Kwartierstaat Johanna Janssen


De kwartierstaat van de familie Janssen is samengesteld door B.J.M. Wolters (neem contact op). Deze publicatie is voor het laatst bijgewerkt op 4 september 2009.


(Met dank aan E. Reuzel-Gerritsen, lid van de redactie van het O.T.G.B., voor haar, hier ook verwerkte, aanvullingen in de publikatie van deze kwartierstaat in het O.T.G.B.).


Samenvatting

De voorouders van Johanna Janssen komen van vaderszijde uit de regio Hengelo en Zelhem (‘Op ’t Goy’); van moederszijde uit Steenderen. Johanna Janssen (geb. Keyenborg-Reigersvoort 25.9.1873, ovl. Lichtenvoorde 6.2.1959, getrouwd1899 Bernardus Gerardus Wolters), heeft een zus: Frederika Geertruida (geb. Steenderen 1870), gehuwd te Hengelo 3.11.1890 met Hermanus Winkelman (geb. Zelhem 1865);
en een halfbroer Gradus Waenink (geb. Steenderen 1855) – uit een eerder huwelijk van Johanna’s moeder, Wilhelmina Zusters, met Evert Waenink.


Eén van de overgrootouders van Johanna Janssen zijn: Bernardus Berendsen (tr. 11.5.1784) en Maria Besselink (geb. 9.7.1755). Maria Besselink maakt deel uit van de familie Besselink die van oudsher heeft gewoond op de erve Besselink. Van de familie Besselink is vrij veel bekend omdat zij grond en onroerend goed bezaten. Dat houdt in dat brieven, akten e.d. bewaard zijn gebleven.

De erve Besselinck wordt al in 1382 vermeld als horig goed behorende in de Hof van Hengelo. In 1438 kochten Albert, de toenmalige ‘horige naar den Goede Besselinck’ en zijn vrouw Wendele het erve vrij van Hertog Arnolt van Gelre. In 1457 moet Rijckwijn Besselinck, boer op ‘Groot Besselink’ aantonen dat zijn boerderij een vrij goed is. Hij overlegt de betreffende brief uit 1438, waarin staat dat het ‘Besselinck’ van een hofhorig goed van de Hof te Hengelo tot tijnsgoed is geworden, waarvan de bewoners aan de graaf van Zutphen, tevens hertog van Gelre, jaarlijks tijns moeten betalen.

De erve Besselink lag destijds in ‘Op ’t Goey (Goye)’ – aanduiding van de gehele landstreek waarin zich later de dorpen Hengelo en Zelhem hebben ontwikkeld. De laatste bebouwing heeft plaatsgevonden in de 19de eeuw toen het dorp Keyenborg (geboorteplaats van Johanna) ontstond. Op het ogenblik is ‘Op’t Goy’niet meer dan een kleine buurtschap. Op de plek waar vermoedelijk de boerderij ‘Groot Besselinck’ heeft gestaan, is tegenwoordig een varkensbedrijf gevestigd aan de Remmelinkdijk 10.


Willem Besselink (tr.[2] Hengelo 6.4.1748, Fenneken Lanssink uyt Hengelo) vader van Johanna’s overgrootmoeder Maria Besselink, heeft als vader Hendrik Schooltink, en als moeder Hendersken Besselink (otr. 12.4.1710). Hun zoon Willem is op ’t erve Besselink geboren, en is verder als (Willem) Besselink door het leven gegaan (Zoiets heeft wel eens een politiek doel: het onderstreept je aanspraken op het erfdeel). Deze naamgeving van moeder-op-zoon is een gevolg van het feit dat vader Hendrik is ingetrouwd in de familie Besselink op het erve Besselink, en daar zijn boerenwerk deed.
Willem’s moeder, Hendersken Besselink, is dochter van Garrit Hoegen en Grietien Besselijncks (tr. voor 1671). Dochter Hendersken heeft evenmin de naam van haar, ingetrouwde, vader (Hoegen) gekregen, maar de naam van haar moeder, Grietien Besselinck. Grietien is dochter van Albert Besselink en Huge Rerinck. Albert’s vader wordt weer aangeduid als: ‘Hendrik Swavink alias Besselink (ovl.plm.1625), bouwman op Besselinck’ (tr. ca. 1590), angezien hij (in)trouwde bij Lyse (Elisabeth) Besselinck (ovl. in/voor 1658).
In omgekeerde volgorde (ouder-kind):
Hendrik Swavink Huge Rerinck Garrit Hoegen Hendrik Schooltink
Lyse Besselinck---------Albert Besselink---------Grietien Besselinck------Hendersken Besselink


Na de Reformatie was de Nederduits Gereformeerde Kerk (later: Ned. Hervormde Kerk) staatsgodsdienst. Dat hield in dat je als Reformatorisch christen meer rechten had dan als Rooms-Katholiek. Ingeschreven staan in een Nederduits Gereformeerd doopregister had zo zijn voordelen, als je later moest bewijzen dat je bestáát; of bij een erfeniskwestie, e.d.. Het is dan niet verwonderlijk dat de vrouw van Hendrik Schooltink en Willems moeder, Hendersken Besselink in het gereformeerde doopregister van Hengelo is ingeschreven. Waarom dat niet het geval is bij zoon Willem Besselink, en vader Hendrik Schooltink en hun voorouders niet is gebeurd, is onduidelijk.
Het is mogelijk dat de katholieke familie Besselink haar kinderen zowel in de Gereformeerde Kerk als in de Rooms-Katholieke kerk laat dopen, omdat zij mogelijk tot die verborgen katholieken behoord hebben die het verkeerde doopwater altijd nog beter vonden dan geen doop, maar die meteen weer naar de RK-ritus terugkeerden als er een pastoor beschikbaar was.

Maria Besselink, dochter van Willem Besselink en Fenneken Lansink, trouwt met Bernardus Berendsen. Hun kinderen heten geen Besselink, maar Berendsen, omdat Bernardus niet op ’t erve Besselink gaat wonen en werken (Het komt ook voor dat iemand die al een achternaam heeft, ontleend aan een boerderij, die achternaam verandert, omdat hij op een andere boerderij is gaan wonen en werken).

Bernardus Berendsen is zoon van Berent te Winkel uyt Zelhem. Er bestaat/bestond een boerderij Winckel in het buurtschap Winckelshoeck. Misschien heeft Bernardus’ vader gewerkt op de boerderij Winckel, en is hij daarom zo genoemd.
Winkel betekent echter ook: hoek. Mogelijk wordt bedoeld: Berend die op de hoek woont.

Zoon Bernardus van Berend te Winkel krijgt niet de achternaam van zijn vader, maar krijgt de naam: zoon-van-Berend, d.w.z. Berendsen.

Familieleden van Johanna van moederszijde (Willemien Zusters, geboren Steenderen 17.7.1834, getrouwd 11.11.1864 Hermanus Janssen, geboren Zelhem 29.4.1825), worden genoemd in de volgende situaties:

De inwoners van Baak meenden dat “den Schoolmeester van Steenderen niet in staat is om behoorlijk in het Dorp en in de Ommestreken ten opzigte van het onderwijs te voorzien”. Zij verzoeken daarom dat J.C.Boon geexamineerd zal worden. Het verzoek is ondertekend door A.F. Holtslag, Gerrit Kraaijvanger, J.W.Haagen en Frans Susters (overl. Steenderen 23.5.1817).
Frans Susters is overgrootvader van Johanna Janssen.
A.F. Holtslag is vermoedelijk Antony Holtslag, schoonvader van Antonius Johannes Meijer, zoon van de schoonouders van Hendrik Zusters (ged. Baak 26.1.1786, ovl. 26.6.1843, getrouwd Steenderen 3.5.1814 Anna Aleijda Meijer, gedoopt Baak 20.3.1787). Hendrik Zusters is zoon van Frans Susters (tr. 28.3.1780) en zijn vrouw Willemina Egberts Janssen (ged. Steenderen 10.5.1749).
Voorzover bekend zijn Gerrit Kraaijvanger en J.W. Haagen, geen familie.

Het begin van de 19de eeuw was een slechte tijd. De bezettingslegers van de Fransen moesten worden onderhouden en de Republiek moest ook meebetalen aan de oorlogen van de Fransen. Wegens het vrijwel ontbreken van ondersteuning van de Roomsche armen kwamen enkele katholieken uit de parochie Baak op de gedachte om een nieuwe instelling tot stand te brengen om arme en behoeftige katholieken te helpen. Op 6 januari 1801 kwamen 4 mensen, waaronder Gradus Hendriks (ged. Steenderen 17.4.1779, getrouwd 18.9.1812 Johanna Susters) bij elkaar ten huize van Gradus Hendriks in Steenderen om te praten over de oprichting van een fonds ten behoeve van de armen. Om aan de benodigde gelden te komen werd er gecollecteerd. Een van de collectanten was Carel Hendriks
Johanna Susters is de jongste dochter van Frans Susters. De man en schoonvader van Johanna Susters heten resp. Gradus en Carel Hendriks.


 

Inleiding

 

Johanna Janssen is de echtgenote van Bernardus Gerardus Wolters, zoon van Antonius Wolters en Josepha Geertruida Albers. De voorouders van Johanna Janssen komen uit de Achterhoek, met name uit Zelhem, Hengelo, Steenderen en Drempt (gem. Hummelo en Keppel).

 

Uit par.I.1 ‘Wolters uit Ulft’ blijkt dat in de registratie van voor- en achternamen niet steeds consequent dezelfde spelling wordt gevolgd. In deze paragraaf zal naar voren komen dat niet slechts sprake is van een verschil in spelling, maar dat achternamen van (groot)ouders en (klein)kinderen radicaal van elkaar kunnen verschillen! Vanzelfsprekend zal daarop in voorkomend geval worden ingegaan in de tekst.

Bij sommige kwartierstaatnummers worden opmerkingen gemaakt, o.m. over de mogelijke herkomst van een bepaalde achternaam; en de ‘evolutie’ die een achternaam kan doormaken – bijv. bij kw.nr.13; en over verbindingen met andere kwartierstaten.

Verschillende achternamen lijken te zijn ontleend aan namen van boerderijen, waarvan de betrokkene eigenaar was, bewoner of landarbeider op de boerderij. Dit is het geval bij de achternamen Priestering (kw.nr. 8); Bieshorst (9); Agelink (9, vóór 20,37)de Winkel (20); Mockinck (vóór 26); Sessinck (36); Besselink (45); Freterink (47).

Er blijken relaties (in de tekst dwarsverbindingen genoemd) te bestaan tussen deze kwartierstaat Johanna Janssen, en:
- de kwartierstaat Weenk – via Maria Besselink (11);
- de kwartierstaat Oldenboom – via Liesbeth Bieshorst (9);
- de kwartierstaat Bertha Janssen – via Gerardus Willemsen Olink (28) en Geradina Teunissen (29);
- de kwartierstaat Wilhelmus Rasing – eveneens via 28 en 29;
- de kwartierstaat Thuijs – via Liesbeth Bieshorst (9);
- de kwartierstaat Besselink – via Grietien Besselink (91)
- de kwartierstaat Janna Klein Kranenbarg – via 730 (een zeer verwijderde verwantschap dus)
- de genealogie Janssen/Eulink – via 15


De gegevens zullen worden geordend volgens het model kwartierstaat (Okkema, 1986)

 

1 Johanna Janssen, geboren Steenderen (Reigersvoort, par. Keyenborg) 25.9.1873, overleden.
Lichtenvoorde 6.2.1959
(tr. Silvolde 14.7.1899 Bernardus Gerardus Wolters, geboren Silvolde 20.1.1866, smid, overleden Silvolde 17.3.1944 – zie par. I.1)

2 Harmanus Janssen, geboren Zelhem 29.4.1825, dagloner,
getrouwd(2) Steenderen 11.11.1864

3 Willemina Zusters, geboren Steenderen 17.7.1834
getrouwd(1) Steenderen 18.5.1853 Evert Waenink, geboren Vorden 11.9.1822, zoon Garrit Waenink en Stiene Nijenhuis



Johanna heeft een zus: Frederika Geertruida Janssen, geboren Steenderen 1870, getrouwd Hengelo (Gld) 3.11.1899 Hermanus Winkelman, geboren Zelhem 1865, zoon Gradus Winkelman en Catharina Weetink;
en een halfbroer: Gradus Johannes Waenink, geboren Steenderen 1855,
getrouwd Hengelo (Gld) 7.10.1892 Hendrika Wilhelmina Klein Bleumink, (wed. Carel Hermannus Weenink), geboren Hengelo (Gld) 1860, dochter Reinerus Klein Bleumink en Johanna Heitink
Van een niet met name genoemd kind van Frederika Janssen en Hermanus Winkelman zal een subkwartierstaat worden samengesteld. Dat zal ook gebeuren bij een niet met name genoemd kind van Gradus Johannes Waenink en Hendrika Wilhelmina Klein Bleumink


Subkwartierstaat Frederika Janssen

i kind van
ii Hermanus Winkelman, geboren Zelhem 1865, getrouwd Hengelo 3.11.1899
iii Frederika Geertruida Janssen, geboren Steenderen 1870
iv Gradus Winkelman, geboren Zelhem 16.10.1821, getrouwd Zelhem 20.5.1858
v Catharina Weetink, geboren Zelhem 9.2.1832
vi Harmanus Janssen, geboren Zelhem 29.4.1825, dagloner, getrouwd Steenderen 11.11.1864
vii Willemina Susters, geboren Steenderen 17.7.1834
viii Jan Willem Winkelman
ix Hendrika Arendsen
x Hendrik Weetink
xi Christina Hummelink


Subkwartierstaat Gradus Waenink

i kind van
ii Gradus Johannes Waenink, geboren Steenderen 1855, getrouwd Hengelo 7.10.1892
iii Hendrika Willemina Klein Bleumink (wed. v. Carel Harmanus Weenink, zoon v
Gart Jan Weenink en Berendina Booltink), geboren Hengelo 1860
iv Evert Waenink, geboren Vorden 11.9.1822, getrouwd Steenderen 18.5.1853
v Willemina Zusters, geboren Steenderen 17.7.1834
vi Reinerus Klein Bleumink uit Vorden, getrouwd Hengelo 4.6.1859
vii Johanna Heitink,
viii Garrit Waenink
ix Stiene Nijenhuis
x Gerardus (Gradus) Arnoldus Zusters (Susters), geboren Steenderen 25.2.1794,
landbouwer, getrouwd Steenderen 13.2.1829
xi Gertruda (Geertruida) Oeling (O ling), geboren Hummelo en Keppel 25.11.1800,
xii Hendrik Jan Klein Bleumink, getrouwd
xiii Antonia Gotink
xiv Reint (Reijnd) Heitink (Hietink), getrouwd.
xv Willemken Eulink, geboren Hengelo 1783
.
xxviii Hendrik Hietink
xxviv Grietjen Wintveer
xxx Garrit Eulink, otr/tr.Hengelo 12.2/7.3.1773
xxxi Liesabet (Elisabeth; Liebe) Hummelink
. .
Lx Lubbert Eulink uit Hengelo
Lxi ?
Lxii Wa(a)nder Hummelink uit Zelhem

 

Opmerkelijk in beide subkwartierstaten is het voorkomen van de naam Hummelink. Er bestaan echter geen aanwijzingen dat Christina Hummelink, in de subkwartierstaat Frederika Janssen, verwant is met Elisabeth Hummelink in de subkwartierstaat Gradus Waenink. Evenmin bestaan er aanwijzingen dat Gertruda Oeling (xi) familie is van Willemken Eulink (xv) en Garrit Eulink (xxx).

4          Gerrit (Gart) Jan Janssen ‘ … zich ook genoemd hebbende Gerret Jan Harmsen’,
gedoopt Hengelo-Zelhem 8.8.1776 (915.1/186.1), klompenmakers-knegt, getrouwd Zelhem 13.10.1817

5 Fennanna (vulgo Fenneke) Berendsen, geboren Hengelo-Zelhem 22.6.1797, zonder beroep.

 

Gart Jan en Fenneke hebben, naast Harmanus, minstens nog twee kinderen gekregen:
Bernardus, geboren Zelhem, getrouwd Zelhem 20.2.1862
Johanna Tersteeg, geboren Hengelo, dochter v. Harmanus Tersteeg en Theodora Bleumink
Elizabeth, 5.2.1841, getrouwd Zelhem op 19-jarige leeftijd
Frederikus Arendsen, oud 21 jaar, wonende te Zelhem, zoon v. Antony Arendsen, getrouwd 20.5.1807
Mientjen Goossens
en een kleinkind:
Grada Johanna Maria Arendsen, geboren Zelhem 1862, getrouwd Zelhem 23.11.1882
Hendrikus Hermsen, zoon v. Gerverdus Hermsen en Gerverda Wavelders

 

6 Gerardus (Gradus) Arnoldus Zusters (Susters), geboren Steenderen (Baak) 25.2.1794, landbouwer,
getrouwd Steenderen 13.2.1829

7 Gertruda (Geertruida) Oeling (O ling), geboren Hummelo en Keppel 25.11.1800, dienstmeid.

8 Harmen Janssen (Priestering), dakdekker, getrouwd(RK) Hengelo/Zelhem 10.11.1764

In het Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek (O.T.G.B., 1985, pp.21-24) staat per buurtschap in (onder meer) Zelhem aangegeven welke boerderijen met name worden genoemd in de veeetiger jaren van de 17de eeuw, in verband met belastingheffing op onroerend goed. Bij de inventarisatie, in 1985, van deze boederijnamen naar gemeente en buurtschap is gebruik gemaakt van originele archieven door medewerkers van het genoemde tijdschrift, waarbij met name de heer Osnabrugge wordt genoemd.
Osnabrugge (1985) noemt de boerderij Priesterinck, gelegen in Zelhem, in het buurtschap Heydenhoeck.
Er is nog een lijst van boederijnamen in Zelhem opgesteld (O.T.G.B., 1984, p.33) Dat is gebeurd in 1942 door een ambtenaar, Bannink, ter secretarie in de gemeente Zelhem, naar de stand van zaken in 1942. In de lijst van Bannink (1942) komt de boederijnaam Priesterink ook voor.
Betekent de toevoeging Priestering bij Harmen Janssen dat hij ook Priestering (Priesterinck) heet; of dat hij op Priestering woont, of dat hij als dakdekker werkt bij degene die op Priestering woont?
Priesterink wordt dus zowel rond 1650 als in 1942 als boerderij genoemd.

9 Liesbet (Lizabeth; Lijsbert) Bieshorst (Biesthorst) ‘… zich ook wel Agelink genoemd hebbende’, gedoopt(RK) Hengelo/Zelhem 11.2.1735, begraven Zelhem 23.6.1799

Het achtervoegsel ‘-horst’ betekent: dicht bosje (struikgewas) en/of hoogte (struikgewas aan een helling (Ouweneel, 1998, p.44)

In de lijst van Bannink (1942) komen voor de boerderijnamen de Grote Bieshorst en Kleine Bieshorst in het buurtschap Wassinkbrink te Zelhem. Osnabrugge (1985) noemt een boerderij Biessinckhorst in het buurtschap Winckelshoek.
Wellicht heeft Liesbet haar naam Bieshorst verkregen doordat een van haar voorouders op de boerderij de Grote Bieshorst, Kleine Bieshorst of op de Biessinckhorst heeft gewoond, en de kinderen van die voorouder onder de naam Bieshorst zijn geregistreerd. Een aanwijzing voor de gang van zaken dat eigennamen soms worden ontleend aan de boerderij waar iemand woont, vormt de toevoeging: ‘..zich ook wel Agelink genoemd hebbende’. Zij of haar vader heeft mogelijk gewoond of gewerkt op de boerderij Agelink, en heeft daarom de naam van die boerderij aangenomen.
Een boerderij Agelinck komt wel voor in de lijst van Osnabrugge, maar niet meer in de recenter lijst van Bannink. Dat sluit niet uit dat rond 1760, de huwelijkssluiting van Harmen Janssen en Liesbet Bieshorst, de boerderij er nog stond.



In de kwartierstaat Loor-Aalbers (1999, p.134) komt voor:
J(oh)anna Janssen (Bieshorst), geboren Zelhem, overleden Stad Doetinchem 5.10.1828, getrouwd 18.7.1779
Gerrit Jan Loor (Kerkamp).
Deze J(oh)anna Janssen leefde ruim een eeuw eerder dan Johanna Janssen (1), gehuwd met Bernardus Gerardus Wolters. Inhoeverre sprake is van een familierelatie is niettemin vooralsnog onduidelijk.

Harmen en Liesbet (8/9) hebben, naast Gart Jan, (4) minstens nog 3 kinderen gekregen:
Jan, gedoopt(RK) Hengelo-Zelhem 9.9.1765
( 915.1/136.7)
(De notatie in de kleine letter heeft betrekking op het nummer, de pagina, en het volgnummer van het betreffende DTB-boek)
Gerarda, gedoopt(RK) Hengelo-Zelhem 7.11.1768
(915.1/154.5)
Harmen, gedoopt(RK) Hengelo-Zelhem 22.3.1772
(915.1/170.8)

 

10. Bernardus Berentsen, landbouwer,
otr/tr.(NDG) Hengelo 16.4/9.5/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 11.5.1784

Bernardus Berendsen heeft een broer: Albert.

11. Maria Besselink, gedoopt(RK) 9.7.1755
(915/81.8; 912.2/60.5; 915/418.3; R90a/25.11; R93/148.7)

Maria Besselink heeft een halfzus, Henrica, een halfbroer, Reint, een zus en twee broers.

Bernardus en Maria hebben, naast Fenneke, nog 5 kinderen gekregen:
Berdin, gedoopt 18.8.1785
Wilhelmus, gedoopt 12.1.1788
Engelina, gedoopt 7.6.1790
Wilhelmus, gedoopt 12.8.1793
Gerardus, gedoopt 6.2.1800

Dwarsverbinding: Weenk

Maria’s halfzus Henrica Besselink heeft een zwager Lambert Weenink, gehuwd met Grada Hijtink (Heetink). Deze Grada Hijtink komt ook voor in de kwartierstaat Weenk (Weenk, 1997).
Zus van Maria:
Hen(d)rica Besselink, gedoopt(RK) Hengelo 7.7.1744, dochter w. Willem Besselink en Geertruijt Weenink, getrouwd(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 17/19.12.1775
Waander Weenink, soon van Harmen Weenink, beijde uit Hengelo (912.2/23.3)
(JT04; R90a/10.8; R93/144.25)
zwager van Maria:
Lambert Weenink, geboren Hengelo 1756, soon van wijlen Harmen Weenink, wonende te Hengelo,
getrouwd(NDG) Hengelo/(RK) Hengelo-Zelhem 22/23.12.1793
Grada Hijtink (Heetink), wed. w. Jan Besselink, beijde onder Hengelo
(R90a/46.4; R93/152.21)
Kwartierstaat Weenk, nrs. 96 en 97:
Jan (Joannes) Besseling, gedoopt(RK) Hengelo-Zelhem 24.7.1731, overleden Hengelo 26.1.1793,
tr(1) Hengelo 23.9.1759
Trijntjen Swavink, overleden Hengelo 7.10.1773
tr(2) Hengelo/(RK)Hengelo-Zelhem 7/9.5.1780
Grada (Gerarda) Hijtink (Heetink),
tr(2) Hengelo/(RK) 22/23.12.1793
Lambert Weenink
Grada Hijtink als zwager van Maria Besselink en Grada Hijtink uit de kwartierstaat Weenink is dezelfde persoon, omdat uit de ‘subkwartierstaat Frederika Janssen’ (zie eerder) en uit de ‘kwartierstaat Weenk’, blijkt dat de vader van Grada is: Hendrik Hijtink.
Uit de kwartierstaat Weenk, noch uit deze kwartierstaat Johanna Janssen, valt enige verwantschap te ontdekken tussen Jan Besselink, wed. Grada Hijtink, en Willem Besselink (en zijn kinderen).

Einde dwarsverbinding

12 Frans (Franciscus) Susters, overleden Steenderen 23.5.1817, otr/tr. 12/27.3.1780/tr(RK) 28.3.1780

13 Willemina Egberts Janssen (Engbers; Eijmbers; Einbers;), gedoopt Steenderen 10.5.1749
(1430/31.5; s-251)

Frans en Willemina hebben, naast hun jongste zoon Gradus Arnoldus, nog 7 kinderen gekregen:

Gerardus Joannes, gedoopt(RK) Steenderen (Covik) 14.4.1781, overleden/begr. Baak 30.6/4.7.1807
Engelina, gedoopt(RK) 7.7.1782, overl/begr. Steenderen op deCovik 11.12/14.12.1789
(1434/255.9)
Gerardus Martinus, gedoopt(RK) Steenderen 20.1.1784, overleden/begr. Steenderen 31.12.1790/4.1.1791
(1434/266.5)
Henricus, gedoopt(RK) Baak 26.1.1786, overleden 26.6.1843,
tr(1) Steenderen 3.5.1814 Anna Aleida Meijer, geboren Baak 20.3.1787, dochter v. Harmanus Meijer en Aleida Maria Wigmans.
tr(2) Steenderen ? Anna Geertruida Meijer, geboren Steenderen 11.10.1792
Anna Geertruida Meijer is een zus van Anna Aleida Meijer.
Anna Maria, gedoopt(RK) 27.4.1787, overleden/begr. Steenderen, Covik 27.12/30.12.1789
Joanna Bernardina, gedoopt(RK) 23.9.1788.
Joanna(Johanna) , gedoopt(RK) Steenderen 29.9.1789, getrouwd Steenderen 18.9.1812

Gerardus Hendriks, gedoopt Steenderen 17.4.1779, zn v. Carolie Hendriks en Bernardina Bluemink, beide afkomstig uit Hengelo(Gld), maar wonende in Steenderen
(s-251)


In de huwelijksacte van de dochter van het echtpaar Johanna Zusters x Gerardus Hendriks (GenLias, inv.nr.3042, gem. Steenderen, nr.14) wordt de vader, Gerardus Hendriks, aangeduid als Gradus Hendriks Kwaderwijk. De bruid, zijn dochter, heet geen Hendriks meer, maar Engelina Carolina Kwaderwijk. Tenslotte, de vader van Carolie Hendriks (vader van Gerardus Hendriks) heet Hendrik Janssen (van den Berg, 2000, p.132; h-269).
In de omgekeerde volgorde: Hendrik Janssen à Carolie Hendriks à Gerardus Hendriks (Gerardus Hendriks Kwaderwijk) à Engelina Carolina Kwaderwijk.
Dit is wel een frappant geval van een zodanige naamsverandering dat Engelina Kwaderwijk niet kan worden herkend als de kleindochter van Carolie Hendriks, en als het achterkleinkind van Hendrik Janssen, tenzij je daar min of meer toevallig achter komt doordat je verchillende bronnen kunt raadplegen. Zoals hierna herhaaldelijk zal blijken staat deze naamsvernadering niet op zichzelf.


Johanna Zusters en Gradus Hendriks Kwaderwijk hebben twee kinderen gekregen:
Anna Maria Catharina Kwaderwijk, geboren Steenderen 12.10.1813, getrouwd Steenderen 20.6.1834
Jacobus Jansen, geboren Steenderen 20.2.1792
Engelina Carolina Kwaderwijk, geboren Steenderen 26.12.1814, getrouwd Steenderen 15.11.1844
Petrus Kniest, geboren Wehl 1811, zoon v. Nicolai Kniest en Gesinae Kemperman
(Sloot, 2004)

De inwoners van Baak meenden dat “den Schoolmeester van Steenderen niet in staat is om behoorlijk in het Dorp en in de Ommestreken ten opzigte van het onderwijs te voorzien”. Zij verzoeken daarom dat J.C.Boon geexamineerd zal worden. Het verzoek is ondertekend door A.F. Holtslag, Gerrit Kraaijvanger, J.W.Haagen en Frans Susters. A.F. Holtslag is vermoedelijk Antony Holtslag, vader van Johanna Geertruida Maria Elizabeth Holtslag, gehuwd met Antonius Johannes Meijer, zoon van Hermanus Meijer en Aleida Maria Wichmans, schoonouders van Hendrik Zusters (zie ook par. II.2, Meijersplaats, waar al deze familieleden worden genoemd met uitzondering van Gerrit Kraayvanger en J.W. Haagen, die geen familie zijn).

Het begin van de 19de eeuw was een slechte tijd. De bezettingslegers van de Fransen moesten worden onderhouden en de Republiek moest ook meebetalen aan de oorlogen van de Fransen. Wegens het vrijwel ontbreken van ondersteuning van de Roomsche armen kwamen enkele katholieken uit de parochie Baak op de gedachte om een nieuwe instelling tot stand te brengen om arme en behoeftige katholieken te helpen. Op 6 januari 1801 kwamen 4 mensen, waaronder Gradus Hendriks, bij elkaar ten huize van Gradus Hendriks in Steenderen om te praten over de oprichting van een fonds ren behoeve van de armen. Om aan de benodigde gelden te komen werd er gecollecteerd. Een van de collectanten was Carel Hendriks (Koekkoek,z.j., pp.179-181).
De man en schoonvader van Johanna Zusters heten resp. Gradus en Carel Hendriks

14 Hendrik Jan Eulink (Henricus Joannes Oelink Willemssen; Henrici Joannes Oeling), gedoopt(RK) Baak 20.4.1761 (1766 vlgs. Eulink, 2000), dagloner, overleden Drempt, gem. Hummelo en Keppel, 28.2.1838,
otr/tr. Steenderen 8/22.5.1791/tr.(RK) Drempt (Baak, vlgs Eulink,2006) 23.5.1791

15 Hendrika Mentink Hoogkamp (Hendrika Hoogkamp; Henrica Hoogkamp; Henricae Maintings), geb/ged.(RK) 4/24.3.1767, overleden Drempt 25.6.1836
(e-066)

Het achtervoegsel ‘-kamp’ betekent: (hoger gelegen) stuk ontgonnen veld buiten de es-indeling (Ouweneel, 1998, p.44)

 

Dwarsverbinding: Eulink

 

Johanna Janssen uit Steenderen en C.G. Eulink uit Oegstgeest (auteur van de ‘Aanzet tot genealogie Eulink’, 2000, pp.139-142) blijken als voorouders gemeenschappelijk te hebben: Henrici Oeling (14) en Hendrika Hoogkamp (15), en vanzelfsprekend hun (voor)ouders.
Het echtpaar, Henrici Oeling en Hendrika Hoogkamp (14/15) heeft 11 kinderen gekregen, waaronder Gertruda Oeling (7), voormoeder van Johanna Janssen; en Gerhardus (Gradus) Oelink/Eulink, voorvader van C.G. Eulink te Oegstgeest (Eulink,2000).

Einde dwarsverbinding

 

18 Hermen Willemsen Eugelink, gedoopt(NDG) Zelhem 16.3.1710,
tr(RK) Hengelo-Zelhem 29.4.1734

19   Gerarda Luckinck (Lueckinck), gedoopt circa 1710
(R93/129.6; Oldenboom, 2003, p.22, nr.496)
(Deze notatie betekent Renema, 1993,p.129, volgnummer 6)
De naam Luckinck is mogelijk afgeleid van Loikink, Lodekin, Lodewijk = roemvolle strijder
(Ouweneel, 1998, p.6)


Dwarsverbinding: Oldenboom

De ouders van Liesbert Bieshorst (9): Hermen Willemsen Eugelink (18) en Gerarda Luckinck (19) komen ook voor in de kwartierstaat van Uichen Oldenboom. Zijn kwartierstaat vervolgt met een broer van Liesbet Bieshorst:
Gerrardus (Gerrit) Eugeling of Bieshorst (Agelink), geboren Zelhem, gedoopt(RK) Hengelo 21.9.1738, overleden Slangenburg, gem. Hummelo 29.10.1814, getrouwd(2) Wijnbergen 6.7.1802, getrouwd(1) Doetinchem 25.3.1770, getrouwd(RK) Wijnbergen 17.4.1770
Freeksken ten Haaf (Frederika ten Have), geboren Silvolde, gedoopt(RK) Terborg 15.8.1739, overleden Slangenburg 9.10.1797
Kind en kleinkind van Gerrardus Eugeling of Bieshorst (Agelink), broer van Liesbet Bieshorst, heten resp.:
Theodorus Johannes Agelink, geboren Slangenburg, gedoopt(RK) Wijnbergen 16.11.1775, boerenknecht/dagloner, overleden IJzervoorde 26.4.1847.
Willem Agelink, geboren Ambt Doetinchem, IJzevoorde 20.1.1836, overl Wisch 19.12.1905, dagloner/landbouwer
(Oldenboom, 2002, pp.146,147; 2003, pp.20,22)

Einde dwarsverbinding

In het DTB-boek staat over Liesbet Bieshorst (nr.9): ‘…zich ook wel Agelink genoemd hebbende’. Bij haar broer komen zelfs 3 namen voor: Eugeling, Bieshorst en Agelink. Uiteindelijk valt de keuze op Agelink, althans bij de nakomelingen van Liesbets broer.

De naam Agelink (Eugeling) blijkt dus te zijn afgeleid van het landgoed Aegelinck, onder Zelhem in het buurtschap Winckelshoeck. Dit landgoed wordt wel genoemd door Osnabrugge, maar niet meer door Bannink in 1942. Het is goed mogelijk dat landgoed/boerderij rond 1770 nog wel bestaat.


20 Berent de Winkel uit Zelhem


‘Winkel’ betekent: hoek (Ouweneel, 1998, p.98). Mogelijk wordt bedoeld: Berent die op de hoek woont.
Ook is mogelijk dat de achternaam de Winkel, afgeleid is van de boerderijnaam Winckel
De boerderij Winckel komt wel voor in de lijst Osnabrugge in het buurtschap Winckelshoeck te Zelhem, maar niet meer in de lijst Bannink uit 1942.
Berent heeft zijn zoon Bernardus (10) blijkbaar niet genoemd naar de naam van de boerderij, maar hem de achternaam gegeven van: ‘zoon van’ Berent(d), d.w.z. Berendsen.

22         Willem Besselink, zoon w. Hendrik Schooltink onder Hengeloo
[tr(1)(NDG) Hengelo 25.5.1743 Geertruijt Weenink, dochter Herman Weenink te Doetinchem]
tr(2) (NDG) Hengelo 6.4.1748

23    Fenneken Lanssink uit Hengelo
(915/81.8;R96/121.18; R96/126.15)

Buiten de vader en moeder van Maria Besselink, blijkt er nog een tweede Willem Besselink te bestaan:
Willem Besselink, getrouwd(RK) Hengelo-Zelhem 10.6.1743
Gertrudis Hermsen
(R93/132.10)

Bij de Willem Besselink, gehuwd met Geertruijt Weenink/Fenneken Lanssink, de vader van Maria (zie par.3.1), wordt door Renema in een artikel in het Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek (1996a) een geschiedenis verteld.
Willem Besselink, getrouwd met Geertruijt Weenink, heeft als vader Hendrik Schooltink (Hendrik Schooltink is namelijk ingetrouwd en Willem is op het erve Besselink geboren. Hij is verder door het leven gegaan als Willem Besselink. (Zoiets heeft wel eens een politiek doel: het onderstreept je aanspraken op het erfdeel). De vrouw van Hendrik Schooltink en Willems moeder, heet (Hendersken) Besselink. Hendersken Besselink staat in het gereformeerde doopregister van Hengelo, terwijl zoon Willem Besselink, vader Hendrik Schooltink en diens voorvaderen vóór hem Rooms-Katholiek zijn. .
Het is mogelijk dat de katholieke familie Besselink haar kinderen in de Gereformeerde Kerk laat dopen, getuige de veronderstelling van Renema: (1996, pp. 105-107): ‘Zij zullen tot die verborgen katholieken behoord hebben die het verkeerde doopwater altijd nog beter vonden dan geen doop, maar die meteen weer naar de RK-ritus terugkeerden als er een pastoor beschikbaar was. … . Ingeschreven staan in een doopregister had zo zijn voordelen, als je later moest bewijzen dat je bestond. Bij een erfenis of zo’.
In deze doopregisters komen echter geen dopen voor van kinderen van het echtpaar Besselink-Weenink / Besselink-Lanssink (tweede huwelijk van Willem).
Maria is dochter is uit het tweede huwelijk van Willem Besselink met Fenneken Lanssink.

24         Gijsbert Susters, wonende in Baak.
(s-251)

26         Egbert Janssen van de Covik; Engbert Janszen van Til (van de Til Covik), zoon Jan (Zel) van Til onder Hengel otr/tr. Hengelo 7.4.1741, ondertrouw/tr. Steenderen 8.4/6.5.1741

27         Arnolda Sloot,
(t-093)

28         Garrit Eulink; Garrit Oelink Willems (Gerardus Oelink; Gerardus Willemsen Oelinck [Wullink]), geb./1717, overl/begr. Baak 16/22.4.1779, otr/tr. Steenderen 7.2/3.3 1743; tr(RK) Baak 24.2.1743

29         Garritjen (Gerardina) Teunissen, gedoopt Baak 12.7.1722, dochter Teunis Hendriks in Baak
(w-200; Eulink, 2006)

Gerardina heeft een broer Teunis. Bij de doop van het eerste kind van Teunis, dus neefje van Gerardina, zijn Fransiscus Susters en Gerardina Teunissen peter en meter. Het kindje komt na drie maanden te overlijden. Bij de doop van het volgende kindje zijn opnieuw Fransiscus Susters en Gerarda Teunissen, peter en meter (Teunissen, 2004).

Dwarsverbinding: Jansen

Johanna Janssen uit Steenderen en Bertha Jansen uit Lochem (Reuzel, 2002, pp.97-102), hebben als ‘jongste’ gemeenschappelijke voorouders Gerardus Oelink (Gerardus Willemsen Olink) (28) en Gerardina T(h)eunissen (29). Het echtpaar Oelink-Teunissen heeft naast zoon Hendrik Jan Eulink (14) een dochter gekregen:
Wilhelmina Oelink (Willemina Oelink) op Covik, gedoopt(RK) Baak 11.12.1750, overleden Drempt, gem. Hummelo en Keppel 29.6.1835 getrouwd Baak 18.4.1773
Hendrik Jan Smits (Smidt), geboren Covik, gedoopt(RK) Baak 23.3.1744, overleden Steenderen 24.4.1806 begraven Baak 30.4.1806 (s-150)

Wilhelmina Oelink is dus zus van Hendrik Jan Eulink (14) – voorvader van Johanna Janssen.
Er bestaat dus min of meer een bloed- en aanverwantschap tussen mensen in de kwartierstaten Johanna Janssen en Bertha Jansen.


Dwarsverbinding: Rasing

Johanna Janssen uit Steenderen en Wilhelmus Rasing (Rasing, 1986, pp.75-78), hebben als ‘jongste’ gemeenschappelijke voorouders eveneens het echtpaar Olink-Theunissen (28/29). Ook in deze kwartierstaat komt niet zoon Hendrik Jan Eulink (14), maar dochter en zus Willemina Oelink (Eulink), gehuwd met Hendrik Jan Smidt in de kwartierstaat voor (s-150)
Er bestaat dus ook hier min of meer een bloed- en aanverwantschap tussen mensen in beide kwartierstaten: Johanna Janssen en Wilhelmus Rasing.
Het onderscheid tussen de kwartierstaten Jansen uit Lochem en Rasing, bestaat hierin dat in het geval Jansen dochter Hendrika Smits (van Hendrik Jan Smits); en in het geval Rasing, zoon Gradus, in de kwartierstaat voorkomt.
Einde dwarsverbindingen

30         Gert Hoogkamp; Gert Hoogkamp Mentink; Gerrit H(o)ogenkamp, dagloner, geboren Hengelo, overleden Drempt 27.1.1818
getrouwd(1)(RK) Baak (Wichmond, vlgs. Eulink, 2006,p.72) 1.5.1753 Henrica Adams Beekmans, overleden 25.7.1765,
getrouwd(2)(RK) Baak 11.11.1765

31         Jenneke Jansen Mockens (Mokkings); Joanna Mockinck
(h-366; Eulink, 2006,p.72)

Renema (1990, p.40) toont aan dat het echtpaar eerst is gehuwd in de Gereformeerde Kerk, alvorens in de Rooms-Katholieke Kerk te trouwen. Ook de schrijfwijze van de namen is anders:
Garrit Mentink, weduwenaar uit Warnsvelt, ondertrouw/tr.(NDG) 19.10/10.11.1765
Jenneken Mockinck, jd uit Hengelo

In de lijst van Osnabrugge (1985,p.22), die betrekking heeft op de situatie rond 1650, komt onder Hengelo voor een boerderijnaam Mockinck in het buurtschap Noortdijck. (Bannink heeft alleen een lijst van Zelhem samengesteld. Een vergelijking is daardoor niet mogelijk).
Het ‘stamhuis’ van de familie Mockinck is vermoedelijk ‘Het Goed Mockinck’, dat van ongeveer 1640 – 1694 als ‘erfgoed’ in het bezit van deze familie was. Familieleden zouden in de kastelen Schuylenburg en Swanenburg, resp. Bernt Mockinck van 1593-1596, en Adelheid Mockinck van ongeveer 1665-1695, hebben gewoond (Goes, 1986, p.64).

 

36         Willem Aegelink; Willem Hendriks (Sessinck), bouwman op Agelink (Willem Hendriks Sessink op Agelink), geboren /1688, [tr.(2) Hengelo 2.3.1720, Grietjen Jansen, dochter Jan Zel uijt Hengelo, wed. Jan Goossens], getrouwd(1) /1708

37         Liesken Agelinckx (Agelink) uijt Zelhem, geboren /1688, overleden /1720
(h-306; g-210; R96/97.9; Oldenboom, 2003, p.65, nr.992/993)

Willem Aegelink heet ook Willem Hendriks Sessinck op Agelink. Deze verschillende naamgeving geeft voedsel aan de veronderstelling dat (soms) de oorspronkelijke eigennaam wordt ingeruild voor de naam van de boerderij waarin wordt gewoond en/of gewerkt - als eigenaar, pachter of landarbeider(?). Voor deze veronderstelling is alle aanleiding, want het eerste huwelijk van Willem Hendriks (Sessinck) is met Liesken Agelink uit Zelhem. Daar staat ook rond 1650 de boerderij Agelinck (in het buurtschap Winckelshoeck). Door zijn huwelijk is hij blijkbaar gaan werken op de boerderij Agelinck in Zelhem.
Overigens, rond 1650 staat in Zelhem, in het buurtschap Winckelshoeck, een boerderij met de naam Sessinck. Deze boerderij wordt ook aangegeven door Bannink in 1942. (In 1942 staat ook een boerderij Sessink in het buurtschap Heidenhoek).

Dwarsverbinding: Thuijs


In de kwartierstaat, samengesteld door A. Thuijs (1990, pp.32,55), komen voor:
Barent (Willemsen) Eugeling, gedoopt(NH) Zelhem 24.10.1717, getrouwdHengelo 23.2.1744
Janna (Harmsen) Konninck, zoon v. Harmen Konninck
Vader van Barent (Willemsen) Eugeling:
Willem Sessing, bouwman op Aegelinck onder Zelhem, getrouwd.
Lijsken (erfdochter) Aegelink

Barent (Willemsen) Eugeling is dus de zoon vanWillem (Hendriks) Sessink (op Agelink) (36), bouwman op Aegelinck onder Zelhem, en broer van Hermen (Willemsen) Eugeling (18), vader van Liesbet Bieshorst (9) en haar broer Gerrardus Eugeling of Bieshorst.
(Thuijs, 1990, p.55)

Einde dwarsverbinding

 

44         Hendrik Schooltink, ondertrouw 12.4.1710

45         Hendersken Besselink, gedoopt(NDG) Hengelo 18.9.1681, overl/begr. Hengelo 21/25.3.1763

(R96/87.21; R92/72.7; JT04)
Hendersken Besselink heeft een zus Maria:
Maria Besselink, dochter Garrit Hougen (zie 90), getrouwd(NDG) Hengelo 23.3.1709
Garrit Goikers, zoon Harft Mentink, beijde uijt Hengelo
(R96/87.10)

Osnabrugge geeft aan dat rond 1650 een boerderijnaam Besselinck voorkomt in het buurtschap Op ‘t Goey te Hengelo. Dat is ook het geval bij de boerderijnaam Mentinck
Met “opten Goye” wordt tegenwoordig bedoeld het buurtschap Gooi aan de westelijke grens tussen de gemeenten Hengelo en Zelhem. Renema (1996b) wijst erop dat “Goye” in vroeger tijden de aanduiding was van de gehele landstreeek waarin zich onder andere de dorpen Hengelo en Zelhem hebben ontwikkeld. Vandaar dat men oude aanduidingen ontmoet als “Henguloe opten Goye” of “Selhem opden Goye”. Men zou kunnen zeggen dat het gebied dat de naam “het Goy” draagt in de loop der eeuwen is gekrompen tot het huidige buurtschap met deze naam. De laatste inkrimping van het buurtschap heeft plaats gevonden in de 19de eeuw toen het dorpje de Keyenborg ontstond.

46         Berent Lansink, gedoopt Hengelo 2.1.1670, [otr.(1) Hengelo 26.2.1707 Fenneken Zel,
dochter Jan op ‘t Zel in Hengelo]
(Blijkbaar is Fenneken Zel zus van Grietjen Jansen, 2e echtgenote van Willem Aegelink (36))
ondertrouw(2) Hengelo 30.12.1717

47         Berentjen Freterink

Volgens Osnabrugge komen rond 1650 de boerderijnamen Groot Celle en Cleyne Celle voor in het buurtschap Varsele te Hengelo. De schrijfwijze van Celle is anders dan van Zel, maar dat is niet doorslaggevend, omdat men in vroeger tijden niet zo nauwkeurig met namen omging. Blijft de vraag welke boerderij precies is bedoeld.

Volgens Osnabrugge bestaan er in 1650 twee boerderijen: Groote Vreterdinck en Kleyne Vreterdinck in het buurtschap Oosterwijck te Zelhem. In 1942 noemt Bannink de boerderij Vreterink, eveneens in Zelhem/Oosterwijk.

52         Jan Engberts, [otr.(2) Hengelo 28.10.1717 Janna Berentsen, d.v. Berent op Meijerink in Hengelo];
ondertrouw(1) Hengelo 1.6.1709

53         Fenneken Jansen

In Hengelo, buurtschap Beckvelt, komt rond 1650 voor de boerderij Meyerinck (havezathe)

54         Derk Sloot, overleden(RK) op de Covick 3.12.1739, ondertrouw Hengelo 8.8.1704

55         Wilhelmina Wentinck, overleden/begr.5/12.2.1766 op de Covick/ overl(RK) 12.3.1766, alias de oude vrouw Sloots
(s-112)

56         Wilhelmus Janssen Olinck (Wilhelmus Olinck; Willem Wullink), geboren Baak /1717, overledenBaak (RK) 29.3.1737 op Olinck, getrouwd.

57         Joanna (Jantjen) Driessen, overleden(RK) Baak 29.7.1741
(o-012; Eulink, 2006,p.72)

Olinck is opgenomen in het register van huis- en boerderijnamen, in van den Berg (2000)

Het echtpaar Olinck-Driessen heeft volgens Eulink (2000) een kind Gerardus (28) gekregen, geboren voor 1717. Van den Berg (2000, p.244, o-012) daarentegen geeft aan dat er alleen maar 4 kinderen zijn geboren in en na 1717, die bovendien geen van allen Gerardus, of een variant daarop, heten. Eulink, (2006, p.72) daarentegen noemt 7 kinderen waarvan de eerste Gerardus heet, geboren /1717 -kwart.nr.28.

58   Antonius Henrix (alias Theunis aan (in) t’Veld) Teunis Hendriks; Teunis Hendriks aan ‘t Veld, overl/begr. Baak 14/18.12.1761, overl(RK) Baak 15.12.1761, boer, getrouwd.

59         Catharina (Margareta) Toenissen (Catharina [Margareta] Toenissen, overleden 8.12.1752, overleden(RK) Baak 6.12.1752
(h-296)

Opmerkelijk is de naamsverandering van kwart.nr. 58 naar kwart.nr. 29. De voornaam van de vader wordt de achternaam van de dochter.

62         Jan Mokkink van Hengelo, dog laetst van Zelhem

In het buurtschap Noortdijck te Hengelo komt een boerderijnaam Mockinck voor (zie 31),

74         Lammert Eugelink, bouwman (landbouwer) op het goed Agelink op ‘t Gooi onder Zelhem, overleden voor 7.1.1708
(Oldenboom, 2003, p.66, nr.1986)

Osnabrugge vermeldt dat er rond 1650 een boerderij Agelinck voorkomt in het buurtschap Winckelshoeck te Zelhem. Hier klopt dus iets niet, tenzij je ervan uitgaat dat het buurtsachap nog (gedeeltelijk) zowel Hengelo als Zelhem omvat (zie tekst bij kwart. nr. 45). Dat is echter lang niet zeker. Renema (1996b) stelt namelijk dat reeds in het begin van de 17de eeuw de inkrimping van het gebied ‘op ‘t Gooi’ is ingezet.

88         Jan Schooltink uijt Zelhem

Willem Besselink (22), zoon van Hendrik Schooltink (44) en Hendersken Besselink (45), heeft de achternaam gekregen van zijn moeder. Dat is het gevolg van het feit dat vader Hendrik Schooltink is ingetrouwd in de familie Besselink. Dat zegt overigens niets over de woonsituatie van Hendrik’s vader, Jan Schooltink (88). Osnabrugge vermeldt namelijk een boerderij genaamd Scholtink in het buurtschap Velswijck te Zelhem. Deze in 1650 genoemde boerderij, bestaat nog in 1942, waar Bannink deze boederij in 1942 onder de naam Schooltink, vermeldt.


 

90         Garrit Hoegen uijt Hengelo, getrouwd(1) voor 1671

91         Grietien Besselijncks, bouwlieden op Besselinck
[tr.(2) Hengelo 21.2.1692 Reijnt Boeijnck, zoon Arent Boeijnck]
(R96/74.3; Renema, 1996a, p.106)

Grietien Besselink (91) is moeder van Hendersken Besselink (45). De naamgeving vindt plaats volgens de vrouwelijke lijn, omdat zij de eigenaren zijn van de erve Besselinck.
Renema (1996a,p.106) merkt op dat Grietjen wel tot de eigenaarsfamilie behoort, maar haar vader Albert Besselink (182) was bouwman op Hemmekink onder Zelhem, omdat het erve Besselink een tijdlang aan anderen is verpacht. Zelf is ze vermoedelijk bij haar huwelijk met Garrit Hoegen weer op het familiebezit getrokken.
De afstamming van de Besselincks gaat terug tot voor 1500. Renema (1996a, p.106-108) geeft een kwartierstaat van Grietjen Besselink, met commentaar.

Dwarsverbinding: parenteel Wolters

Grietien is zus van Jan Besselink. Deze Jan Besselink is voorvader van Gradus Besselink (kwartierstaat Besselink, z.j.). Gradus Besselink is gehuwd met Theodora Johanna Hafkenscheidt:
Gradus Besselink, geboren Ambt Doetinchem (Gaanderen) 29.04.1843, dagloner, overleden Wisch (Binnenheurne) 27.1.1906, getrouwd(1) Wisch 1875 Johanna Buyl, overleden Wisch 1878, getrouwd(2) Wisch 17.4.1879
Theodora Johanna Hafkenscheidt, geboren Gendringen1.3.1848, wed. Grades Siemes, overleden Silvolde20.9.1928 (kwartierstaat Besselink, z.j.). Blijkens deze kwartierstaat stamt Johanna Theodora Hafkenscheidt in rechte lijn af van Johannes Fredericus Hafkenscheidt, burggraaf van het Huys Ulft (in kwart.staat Besselink, nr. 544).
In hoofdstuk I, par.3 komt uit de kwartierstaat Hafkenscheidt naar voren dat leden van deze ‘burggraaf’-familie, via huwelijken met Westerveld en Knippenborg, verwant zijn aan Wolters.
Het merkwaardige feit doet zich nu voor dat Wolters en Janssen niet alleen zijn verwant via het huwelijk tussen Bernardus Gerardus Wolters en Johanna Janssen, maar dat er ook een relatie bestaat tussen een andere familie in het parenteel Wolters en in de kwartierstaat Johanna Janssen: Hafkenscheidt

92         Gerrit Lansink, ondertrouw Hengelo 4.4.1669

93         Hendersken Sessincks

De boerderij Sessinck is eerder genoemd onder (36). Een kind en kleinkind van dit echtpaar 92/93 zijn echter resp. 46 (Berent Lanssink) en 23 (Fenneken Lanssink, tweede echtgenote van Willem Besselink). Van een vererving van de boerderij Sessinck langs deze lijn is dus geen sprake.

94         Harmen Freterinks

104       Engbert Harmsen op Kleijne Zel, [otr.(1) Hengelo Jenneken op Sluijterie, dochter Jan op Sluiterie van Vorden]; ondertrouw(2) Hengelo 1681

105       Henderken Jansen

106       Jan op ‘t Velde uit Almen

108       Willem Sloot, boer

109       Arnolda Martens
(JT04)

Willem Sloot en Arnolda Martens kopen Bieskes guet van Peter Tonissen en Jenneken Berentsen

110       Rijkelt Wentinck, ondertrouw Hengelo 26.10.1679

111       Aeltien te Bosch, [otr.(2) Hengelo 17.7.1697
Jan Sloot, z.v. Kers Sloot uit Baak]

116 Hendrijck (Hendrik) ten Velde, geboren Vierakker, overl(RK) Vierakker 10.1.1727, van beroep
bouwman, ondertrouw Steenderen, 24.10.1769

117 Wilmken Rorincks, dochter Hendrijck Rorinck uijt Baeck, overl(RK) Baak 1.4.1736
(v-015)

Hendrik ten Velde werd tussen 1708 en 1711 bouwman op Hunnekink in Vierakker. – Sign(SAZ) [0216-105] 4.6.1711: Ers. dochter R. Creuel volmr. van de Welgeb. Heer Joan Everard van der Heijden Heer tot Baack, Kervel ende Meijnerswijck ende dede omni meliori modo via de forma Landt Reghtens peindinge op en aan die goederen, peerden, beesten etc. van Hendrick ten Velde bouwman op ‘t Erve Honnekinck in desen Scholambte boerschap Vieracker gelegen, ten eijnde om t’erlangen die sa. van hondert en vijf carll. en sijnde drie jaeren paght van huis, hof en weijdens van het Goedt Eckenborgh* tot Baeck den Compts. Heer Principael toestendigh, en door Gerrit Alberts en desselfs huisvrouw Grietjen Henricks als pachteren verschuldet, verschenen respectievelijk op Martini 1700, 1701 en 1702 ende bij den gepeindete als eijgene ende propre schult in solidum aengenomen, gelijck te vernemen uit die copie der Paghtcedule alhier ten fine van insinuatie, ingevolge het N. Regelement, overleght sub A.
(Teunissen, 2004)

 

182       Albert Besselink, bouwman op Hemmekinck te Zelhem, overleden vóór 1667, getrouwd.

183 Huge Rerinck, koopt als weduwe op 14.11.1667 een stuk land te Zelhem, het Ickingslag.
(kwartierstaat Besselink; Renema, 1996a, p.106)

Albert wordt doodgeschoten tijdens krijgshandelingen in de Tactigjarige Oorlog. ‘Hij zou op het goed “Ikink”, dat zijn vrouw Mechtelt Bettinck (??) in het huwelijk meebracht, doodgeschoten zijn bij het inhalen van een voer rogge op de akker.
De naam “Ikink” bestaat nog en is verbonden aan een wijkje in de kom van Hengelo’ (Harmsen, 1996, p.3-4)

 

184 Berent Lansink

186 Winolt Sessinck, weduwnaar, ondertrouw(2) Hengelo 14.3.1648 Hilleken op de
Berkerie, d.v. Gosselinck op de Berkerie
210 Jan Westerholt op de Sluimerplaetse, tot Ruerlo

218 Marten Roelofs, getrouwdSteenderen 23.12.1682

219 Grietien Peters
(JT04)

220 Derck Wentinck van Hengelo

222 Jan ten Bosch uijt Baak

234 Hendrijck Rorinck

364 Hendrik Swavink alias Besselink, bouwman op Besselinck, overleden 1625 of 1630, getrouwd ca. 1590

365 Lijse (Elisabeth) Jansen Besselinck, overleden in/voor 1658
(Renema, 1996a, p.106)

366 Johan Rerinck, overleden in/voor 1633, getrouwd.

367 Grietjen “Rerincks”
(Renema, 1996a, p.106)

372 Hendrik Weninck

730 Jan Besselinck, ‘den Olden’, bouwman op Besselinck, geboren ca. 1520 +/- 10, getrouwd.

731 NN Hammink (dochter van Frerick [Derrick?]Hammink)
(Renema, 1996a, p.106)

1460     Rijck (Rijckman, Rijckwijn, Rijckelt) Besselinck, bouwman op Besselinckgeb. ca. 1475, leeft
in ieder geval tot 155?, getrouwd(1) circa . 1504 Tege?, getrouwd(2) ca. 1510

1461     Wisse Addincks

Uit het huwelijk van Rijckman en Wisse zijn zeven kinderen bekend: Jan, Henrick, Aelbert, Derck, Lisken, Willemken en Aeltien. De volgorde zegt niet alles over de ancienniteit, omdat in de getuigenverklaringen waaruit de namen blijken de zonen altijd voor de dochters worden genoemd.
(Renema, 1996a, p.105)
In 1457 moet Rijckwijn Besselinck, boer op ‘Groot Besselink’ aantonen dat zijn boerderij een vrij goed is. ‘Hij overlegt een brief uit 1438, waarin staat dat het “Besselinck” van een hofhorig goed van de Hof te Hengelo tot tijnsgoed is geworden, waarvan de bewoners aan de graaf van Zutphen, tevens hertog van Gelre, jaarlijks tijns moeten betalen’ (Harmsen, 1996,
p.3-4)

Dwarsverbinding: Fred Besselink

In zowel de kwartierstaat Besselink (Fred Besselink, z.j.) als deze kwartierstaat Johanna Janssen komen de volgende namen voor: Rijckman Besselinck (1460); Jan Besselinck (730); Lyse Besselinck (365); en Albert Besselinck (182) (De nummers hebben betrekking op kwartierstaatnummers Johanna Janssen). In de kwartierstaat Besselink wordt vervolgens Albert’s zoon Jan Besselink aangegeven; In de kwartierstaat Johanna Janssen is dat Albert’s dochter Grietien (Grietjen) (91). Grietien is zus van Jan, omdat Fred Besselink bij Albert vermeldt dat hij 3 kinderen heeft gekregen: Jan, Henrick en Grietien (Beselink, z.j.). Ook Renema (1996,p.106) wijst erop dat Albert de drie genoemde kinderen heeft gekregen.


Einde dwarsverbinding

‘het erve Besselinck is gelegen op Het Gooij onder Hengelo nabij de grens van de kerspelen Hengelo en Zelhem. Harmsen (1996, p.4) noemt in dit verband de boerderij ‘(Groot) Besselink’ in Keijenburg (gem. Hengelo), het tegenwoordige varkensbedrijf van de familie Menting aan de Remmelinkdijk 10. Het huis dateert in de huidige vorm, volgens een opschrift uit 1908. Dit erve Besselink op ‘t Gooi wordt in 1382 al vermeld. Renema (1996a, p.106): ‘Het was aanvankelijk een horig goed, behorende in de Hof van Hengelo. In 1438 kochten Albert, de toenmalige “horige naar den Goede Besselinck” en zijn vrouw Wendele het erve vrij van Hertog Arnolt van Gelre’.

 

1462     Frerik (Derrick?) Hammink

2920Herbert Besselinck, geboren ca. 1440? (erg speculatief)
‘NN, als Rijck (zie nr.1460) in 1557 voor een commissie verschijnt om te bewijzen dat
Besselink een vrij tijnsgoed is, toont hij een brief van St. Gregoriusdag 1382, waaruit we te
weten kunnen komen, hoe de gezinssamenstellling toen was: ”Wij, Arnold van der Genaden
Geest, Hertoge van Gelre en Greve van Zutphen, doen kond alle lueden, hoe Aelbert
Besselinck und Wendele sijn huesfr., Johan, Aelbert Geerte, Lambrich, Geertruydt, Lysbeth
und Alijt hoer kinderen onse hoefhoeriche luyde sijn ….” ‘ (Besselink, z.j.).

Dwarsverbinding: Klein Kranenbarg

In de kwartierstaat Janna Klein Kranenbarg (Bakker-ten Have, 2004, pp.8-10) komen ook voor:
Rijckman/Rijckwijn Besselinck, geboren ca. 1475, overleden ca. 1550, bouwman op het tijnsgoed Besselinck op ’t Goy te Hengelo, getrouwd(1) ca. 1505 Tege N., tr(2)
Wisse Addinck
Dochter van Rijckman Besselinck is:
Aeltien Besselinck, geboren ca. 1528
Aeltien Besselincks, dochter Rijck Besselinck, getrouwd(NDG) Hengelo 24.8.1666
Willem Gotinck, zoon w. Berent Gotinck van Hengeloh, tegenwoordig burger van Zutphen
(R96/5.2)
Deze Aeltien Besselinck is dus zus van de in deze kwartierstaat Johanna Janssen genoemde Jan Besselink (730)

Hiermee is dus een, zij het verwijderde, verwantschap vastgesteld tussen Johanna Janssen en Janna Klein Kranenbarg

 

Einde dwarsverbinding

Het is een open deur op te merken dat in deze kwartierstaat verschillende namen voorkomen ter aanduiding van dezelfde persoon; en dat bovendien de schrijfwijze van een bepaalde naam ook kan verschillen. Eulink (2000,p.141) vraagt zich, blijkbaar in een poging om inzicht te verwerven in die verschillende naamgevingen, af of Wullink (56) een samenvoegsel is van Willem en Oelink. In een reactie op deze vraag denkt Renema (2001,p.33) dat sterk rekening moet worden gehouden met een ordinaire vergissing. ‘Heeft de predikant de naam niet goed verstaan? Heeft hij bij het overschrijven in het register zijn eigen krabbels op het trouwbriefje niet goed meer kunnen lezen? Pas als we de veronderstelde “vergissing” vaker tegenkomen is het geen vergissing meer’.

Vervolgens, Eulink is bij het samenstellen van zijn genealogie gestoten op de boerderijen Eulinkhof en Oelink. Hij vraagt zich af waar die te vinden zijn. Renema (2001,p.33-34) antwoordt onder meer als volgt: ‘Het is zeker dat er een erve Eulink (Oelink, Uinlink, Oeulink) was onder Hengelo. Het tegenwoordige erve vinden we op de grens van de buurtschappen Bekveld en Gooi ongeveer midden tussen de dorpen Hengelo en het huidige dorp Keyenborg, aan de Steenderseweg, niet ver bewesten de Kruisbergseweg (…)’. Osnabrugge (1985,p.22) bevestigt dat rond 1640 een boerderij Oelinck heeft bestaan in Op ’t Goey. Renema vervolgt: ‘Was er in Baak onder Steenderen een boerderij Eulink, en waar dan? …. Voorlopig geen uitsluitsel .., doch de RK registers van Baak en Hengelo/Zelhem bieden in dit opzicht misschien soelaas’.

Geraadpleegde literatuur

 

Bakker-ten Have, J. (2004). Kwartiestaat Janna Klein Kranenbarg. O.T.G.B., 8-10.

Bannink, H. (1942). Boerderijnamen in Zelhem. O.T.G.B., 1984, 33-34

Beekman, G. brieven 8 en 17 oktober 2001.

Berg, P.A.M. van den (samensteller) (2000). Woar kom ie vandan? Gezinnenboek van de gemeente Steenderen van 1678 – 1811. O.T.G.B. (Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek)

Besselink, F. (z.j.) Kwartierstaat Besselink. Doetinchem, afdelingsbibliotheek Streekarchivariaat Regio Achterhoek, L. de Colignystraat 11a.

Eulink, C.G. (2000). Aanzet tot genealogie Eulink. O.T.G.B., 139-142

Eulink, C.G. (2006). Kwartierstaat van Karel Eulink. O.T.G.B., 70-73

Goes, J.M. (1986). Nagekomen vragen: Familie en het goed Mocking (Mockinck). O.T.G.B., 64

Harmsen, H. (1996). Van boerenschuur tot klompenhok. O.T.G.B., 3-4

Hoebink, A.A.J.H. (1987). Het geslacht “Coobs” (Hengelo-Steenderen). O.T.G.B., 73-74

Kelholt, J.B. (1984). Familiegeschiedenis met achtergrond O.T.G.B., 84.26

Koekkoek, J.J. (z.j.). De Heerlijkheid Baak. Geschiedenis van een Achterhoeks dorp.

Loor, H.I. (1999). Kwartierstaat Loor-Aalbers. O.T.G.B., 134-135.

Oldenboom, U. (2002/03). Kwartierstaat van Uichen Oldenboom. O.T.G.B., 02.145-149; 03.20-23; 03.65-66

Olminkhof, J.J.M. (1998). Aanvullingen en verbeteringen Kwartierstaat Olminkhof. O.T.G.B., p.30

Okkema, J.C. (1986). Handleiding voor genealogisch onderzoek in Nederland. Weesp: Fibula-Van Dishoeck.

Osnabrugge (1985). Boerderijnamen in de Achterhoek. O.T.G.B., 21-24.

Ouweneel, W.J. (1998). Oost-Geldere familie- en boerderijnamen. O.T.G.B., 5-8; 43-44

Rasing, W.J.G. (1986). Kwartierstaat “Rasing” O.T.G.B., 75-78

Renema, J. (1990). Transcriptie en tekstverwerking: Hengelo Gelderland Nederduits Gereformeerde Gemeente Register Dopen 1756-1771 Trouwen 1762-1771 Lidmaten 1756-1771. Uitgave O.T.G.B.

Renema, J. (1990a). Transcriptie en tekstverwerking: Hengelo Gelderland Nederduits Gereformeerde Gemeente Trouwboek 1772 –1811. Uitgave O.T.G.B.

Renema, J. (1990b). Transcriptie en tekstverwerking: Hengelo Gelderland Nederduits Gereformeerde Gemeente Doopregister 1645-1756. Uitgave O.T.G.B.
Renema, J. (1992). Transcriptie en tekstverwerking: Hengelo Gelderland Nederduits Gereformeerde Gemeente en Burgelijke Gemeente Trouwen 1795 – 1811 en Overlijden 1759 – 1812. Uitgave O.T.G.B.

Renema, J. (1993). Transcriptie en verwerking van RBS inv.no. 915 (1724-1808) en 916 (1808-1811): RK Statie Hengelo – Zelhem. Deel B: Dopen 1783 – 1808 Trouwen 1724 – 1808 Dopen en Trouwen 1808 – 1811, uitgave O.T.G.B.

Renema, J. (1996). transcriptie: Hengelo Gelderland Nederduits Gereformeerde Gemeente

Lidmatenregister 1645-1756 Trouwregister 1645-1761 met index. uitgave O.T.G.B.

Renema, J. (1996a). Besselink in Hengelo. O.T.G.B., 105-108.

Renema, J. (1996b). Op den Goye: Hengel en Zellem. O.T.G.B., 117.

Renema, J. (2001). Aanvullingen en verbeteringen: Aanzet tot genealogie Eulink, O.T.G.B., 33-34

Reuzel, G. (2002). Kwartierstaat Bertha Janssen. O.T.G.B., 97-102

Reuzel-Gerritsen, E. (2004). Bewerking en aanvulling van: B.J.Wolters: Kwartierstaat met uitbreidingen van Johanna Janssen uit Zelhem en Steenderen, O.T.G.B., 27-31.

Rijksarchiefdienst Arnhem, GenLias

Sloot, Jan (2004) Parenteel van Johanna Zusters. attachment bij e-mail: jan_sloot@hotmail.com

Teunissen, J. (2004). Kwartierstaat Teunissen. Attachment bij e-mail: a.woudhuizen@chello.nl

Thuijs, A.H.M. (Tonny) (1990) (Aanvulling/verbetering) Liemerse Geslachten (5a, 5b en 5c).

O.T.G.B. 90.4-5; 90.24; 90.32; 90.48; 90.55; 90.54

Thuijs, T(onny) (1990). Liemerse Geslachten (6). O.T.G.B., 85-86 (a)

Weenk, G.J. (1997) Kwartierstaat Weenk. O.T.G.B., pp.97-103

Wolters, A. parenteel Liebrand. Doetinchem, afdelingsbibliotheek, Streekarchivariaat Regio Achterhoek, L. de Colignystraat 11a.

Wolters, B.J. (2004). Kwartierstaat met uitbreidingen van Johanna Janssen uit Zelhem en Steenderen, O.T.G.B., 27-31.

 

Andere publicaties van B.J.M. Wolters