Stamboom Kalksma

Foto van Dirk Kalksma
De publicatie Stamboom Kalksma is opgesteld door (neem contact op) en bestaat uit 427 personen. Vanwege privacy zijn 160 personen niet zichtbaar gemaakt. Meer statistische informatie over de publicatie (zoals aantallen en spreiding van genealogische gebeurtenissen) is te vinden op de statistieken pagina. Een lijst met gebruikte bronnen is te vinden op de bronnen pagina. Deze publicatie is voor het laatst bijgewerkt op zaterdag 25 januari 2014.


Welkom Hartelijk welkom op de website met de stamboom van Kalksma. U bent ook nieuwsgierig naar de herkomst en achtergrond van je achternaam Kalksma, naar je stamvader die deze achternaam gekozen heeft, waar ze woonden, hoe ze leefden en wat ze deden voor de kost? En of alle Kalksma's een stamouder hebben? Zo ja, dan bent U op deze website op het juiste adres. In 2008 ben ik begonnen met het uitzoeken mijn eigen stamboom zowel in de mannelijke als in de vrouwelijke lijn. Maar ik was toch ook wel benieuwd of alle Kalksma's afkomstig waren van een en dezelfde stamvader. Uit mijn onderzoek blijkt dat er 2 personen zijn die in 1810 de familienaam Kalksma hebben aangenomen. Alle Kalksma's zijn dus nakomelingen van een van de twee stamvaders. De naam Kalksma komt niet veel voor. Volgens het Meertens Instituut waren er in 1947 in Nederland 177 levende personen met de achternaam Kalksma en in 2007 was dat gegroeid tot 205 levende personen. Een weinig voorkomende en unieke naam. De naam Kalksma komt verspreid voor over heel Nederland, maar concentreert zich vooral in de provincies Gelderland, Utrecht, Friesland en Noord Holland. Het grootste aantal is te vinden in Apeldoorn met 32 personen. De volgende genealogische gegevens zijn in deze stamboom opgenomen: • De voorouders, die de naam Kalksma hebben aangenomen, komen uit resp. Workum en Vijfhuijsen. Van alle zonen en dochters geboren met de achternaam Kalksma zijn geboorte, huwelijk, overlijden en eventuele andere gebeurtenissen vastgelegd. • Alleen de mannelijke lijn (zoon van een vader met de achternaam Kalksma) is verder uitgewerkt. • Van de vrouwelijke lijn (dus dochters van een vader met de achternaam Kalksma) zijn alleen de gegevens van het huwelijk overgenomen en van de bruidegom de geboortedatum en overlijdensdatum. De kinderen uit dit huwelijk zijn niet in de Kalksma stamboom opgenomen. De achternaam Kalksma (Bron:www.Meertensinstituut.nl ) De achternaam Kalksma is een z.g. metonymische beroepsnaam. Deze familienamen verwijzen naar een product, een werktuig of een attribuut dat kenmerkend is voor de beroepsuitoefening. Voorbeelden zijn: Brood voor een broodbakker, Wiekstra voor een molenaar, Hamer voor een timmerman, Appel (appelverkoper), Klomp (klompenmaker), Mostert (mosterdmaker), Olij (olieslager), Peper (peperstoter d.w.z. iemand die peper fijnstampt en verhandelt), Schuit (schuitenmaker), Veen (veenbaas van een turfafgraverij) en Vis (visser). De achternaam Kalksma is dus afgeleid van het product Kalk en van de kalkindustrie, waarin de beide voorouders, die deze naam hebben aangenomen, hebben gewerkt. De achtervoeging ma Het is nog steeds onduidelijk hoe dit suffix (= achtervoegsel) is ontstaan. Volgens de hypothese die momenteel de meeste voorkeur heeft komt -ma voort uit -monna, de Oudfriese tweede naamval meervoud van 'man' (vgl. het lemma -a). De naam Bauka Siurdisma in een oorkonde uit 1397 betekent dan 'Bauka van de mensen van Siurd (= Sjoerd)'. Aanvankelijk werd -ma uitsluitend aan een voornaam gekoppeld, waarbij de voornaam veelal sterk (met een -s) werd verbogen. Nadat de -a flexie (=verbuiging en vervoeging) grammaticaal in het Fries niet meer werd toegepast en -ma louter een familienaamvormende functie had gekregen, werd het suffix ook aan toponiemen (= plaatsnaam) en andere woorden, zoals beroepsaanduidingen, gekoppeld. Van de toevoeging sma is dus de letter s een verbuiging van de voornaam met de toevoeging ma voor man. Kalksma betekent dus eigenlijk "man van Kalk". Note: In 1947 waren er in Nederland ongeveer 1550 verschillende namen met het suffix -ma, verdeeld over 200.000 personen (= 2,136% van de Nederlandse bevolking). Hiervan verbleven 84.000 personen in Friesland, waar zij 18,55% van de Friese bevolking uitmaakten. Deze provincie werd in aantal gevolgd door Groningen, waar 39.000 personen (8,77%) een -ma-naam hadden. De Groningers onderscheidden zich enigszins van de Friezen met het type -ema-naam, waarmee ruim 27.000 van de -ma-naamdragers werden geregistreerd (6,14% van de Groningse bevolking). In Friesland waren het er 23.500 (5,18%), in vergelijking met Groningen een relatief veel kleiner deel van de -ma-naamdragers. Beroepen Het was vroeger de gewoonte om in de akte van de burgerlijke stand bij de aangifte van geboorte en overlijden en in de huwelijkakte het beroep van de vader of moeder en de bruid en bruidegom te vermelden. Het beroep van de beide naamdragers en enkele van hun kinderen is kalkbrandersknecht, kalkwerker, kalkbrander en kalklasscher. Verwante namen De naam Kalksma is door beide stamvaders in 1811 aangenomen en afgeleid van het product dat zij maakten. Er zijn nog enkele achternamen die verwijzen naar het product Kalk en de Kalkovens/branderijen. De achternamen, die het meest gerelateerd zijn aan de naam Kalksma zijn (tussen haakjes het aantal mensen met deze achternaam in 2007): • Kalk (465) • Kalkema (32) • Kalkma (0). Naam is uitgestorven. • Kalkman (1.657) • Kalker (70) • Kalkers (46) Genealogie stamboom Kalksma Makkum Sijmens Herkes (stamvader), wonende in de gemeente Workum, heeft op 26 december 1811 de achternaam Kalksma aangenomen. Sijmen Herkes (betekent zoon van Herke) is overleden op 21 januari 1814 en volgens de overlijdensakte is hij de zoon van Herke Simons en Foekjen Durks. In de overlijdensakte staat vermeld dat hij 58 jaar oud en van beroep kalkbrandersknecht was, geboren is in Makkum en woonde te Workum in Wijk G aan De Dijk. Herke Simons, geboren te Makkum, is volgens de trouwregisters 2 keer kort achter elkaar getrouwd. Op 2 december 1753 met Foekjen Lolles, geboren te Makkum en op 11 Oktober 1755 met Caatje Meschiel, ook geboren te Makkum. Van beide huwelijken is in de Doop, Trouw en Begraven (DTB) registers geen geboorte of overlijden gevonden. Waarschijnlijk zijn Herke Simons en zijn echtgenotes niet kerkelijk geweest. Foekjen (meisjes naam voor Foeke) Lolles, de 1e vrouw van Herke Sijmons, is waarschijnlijk overleden bij of na de geboorte van de zoon Sijmens Herkes. Herke Simons is daarna getrouwd met Caatje Meschiel. Door de daling van het aantal kalkovens in Makkum zijn de zonen van Herke Simons verhuisd naar Workum om daar in de kalkovens te werken. De Kalksma's hebben nog lang in de kalkovens gewerkt: Foeke Sijmons tot zijn overlijden in 1848 en Sjoerd Simons tot zijn overlijden in 1847. Pieter Sijmons heeft tot 1845 in de kalkovens in Sneek gewerkt. Uit de geboorteakte van zijn kinderen blijkt dat hij voor 1818 is verhuisd van Workum naar Sneek en dat zijn beroep in Sneek Kalkbrandersknecht was. Op de kaart van Sneek uit 1877, getekend door J. Kuijper, is de ligging van de kalkovens te zien. Pieter Symens Kalksma heeft in een van deze kalkovens gewerkt. Zie ook het artikel in het Sneeker Nieuwsblad van 18 mei 1989, waarin een halve pagina gewijd is aan de kalkovens in Sneek. Genealogie stamboom Kalksma Vijfhuysen Willem Jans (stamvader), wonende in de gemeente Franeker, heeft op 30 december 1811 de achternaam Kalksma aangenomen. Willem Jans (betekent zoon van Jan) Kalksma is overleden op 25 maart 1820 en volgens de overlijdensakte was hij de zoon van Jan Reinders en Tjitske Tietes. In de geboorteregisters van de R.K. Parochie Franeker komt de naam Jan Reinders niet voor, wel de huwelijksaankondiging en de trouwdatum met Tjitske Tietes in het huwelijksregister van de gemeente Franeker met de vermelding RK. Het overlijden van Jan Reinders staat vermeld in het register van overledenen van de R.K. Parochie Franeker. In het geboorteregister van de R.K. Parochie van Franeker staan de kinderen vermeld, die uit het huwelijk van Jan Reinders en Tietske Tietes zijn geboren. Het gezin van Jan Reinders en van Willem Jans leefden in de buurt Vijfhuijsen bij Franeker. Tietske Tietes heb ik wel in de doopregisters van de R.K. Parochie van Franeker gevonden. Het was in die tijd gebruikelijk dat de kinderen werden vernoemd naar hun ouders en/of grootouders. Jan Reinders (de vader van Willem Jan) zijn vader zou dan Reinder geheten moeten hebben. In het overlijdensregister van de R.K. Parochie heb ik Reyndert Jans gevonden, overleden in Lanckhuys. Het dorp Lanckhuys komt niet op de kaarten van die tijd voor. Op de kaarten van 1881 staat wel het dorp Langhuis. Bij nader onderzoek van het originele overlijdensregister blijkt dat in de uittreksels de naam van het dorp verschillend wordt gespeld. Lanckhuijs(e) is dan zeer waarschijnlijk hetzelfde als Langhuis. Het dorp of de buurt Langhuis ligt, volgens de kaart van 1881, iets verder dan Vijfhuijsen en Zevenhuijsen aan dezelfde Franekertrekvaart. En dat zou kunnen betekenen dat Reyndert Jans, volgens het register van overledenen van de R.K. Parochie van Franeker gestorven op 8 januari 1746, de vader is van Jan Reindert. Reyndert Jans en Trintie Romkes zijn volgens het huwelijksregister van Franeker getrouwd op 7 april 1712. De doopregisters van de RK Franeker zijn beschikbaar van 1719 tot 1811. De doopregisters voor 1719 ontbreken. Het eerste kind geboren uit dit huwelijk is Rommannus, volgens het doopregister gedoopt op 6 augustus 1721. Het is meer dan waarschijnlijk dat er ook tussen 1712 en 1721 een of meerdere kinderen zijn geboren, waaronder dus ook Jan Reinders. Doorslaggevend voor deze aanname is geweest, dat het 3e kind uit het huwelijk van Jan Reinders en Tietske Tites de naam Trientie heeft gekregen. Dit is dezelfde naam als de moeder van Jan Reinders. De buurten/dorpen Vijfhuijsen, Zevenhuizen en Langhuisen zijn kleine woongemeen- schappen geweest met veel Rooms Katholieken. Opvallend is dat de kinderen van Reyndert Jans geboren zijn in Langhuis, dat de doophouders leefden en overleden zijn in Vijfhuijsen en Zevenhuijsen en Lanckhuijs (Langhuis). Het is niet duidelijk waar de naam Willem vandaan komt. De vader en de grootvader van Willem heetten resp. Reyndert Jans en Jan Reinders. Hij is dus niet naar zijn vader of grootvader vernoemd. Willem zou dan een vernoeming kunnen zijn moeders kant. Ook dat is niet waarschijnlijk, omdat de vader van zijn moeder Tite heette. Wat dan nog resteert is, dat de naam Willem afkomstig is van grootmoeders kant. Kalksma of toch Kalkstra Het is opvallend dat in een aantal akten de achternaam Kalkstra in plaats van Kalksma is vermeld. De naam Kalkstra is vermeld in de overlijdensakte van Willem Jans, die de naam Kalksma heeft aangenomen. Ook de zoon Harmen gebruikte als achternaam Kalkstra zowel bij zijn huwelijk, de geboorte en het overlijden van zijn dochter en bij zijn eigen overlijden. Ook de dochters Dirkje en Trijntje hebben bij het huwelijk en bij de aangifte bij de geboorte van hun kinderen altijd de achternaam Kalkstra gebruikt. In de huwelijksakte van Jan Willems Kalksma en Durkje Johannes Dikhoof heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand een verklaring opgenomen dat met J.W. Kalksma en J.W. Kalkstra dezelfde persoon worden bedoeld. Vervolgens is in de akte de aangenomen familienaam Kalksma gebruikt. Pikant detail: Harmen Willems tekende met Kalkstra. De naam Kalkstra is nog door 1 persoon als achternaam gebruikt. De familienaam Kalkstra is uitgestorven, omdat de enige mannelijke nakomeling van deze Kalkstra jong is overleden. De achternaam Kalkstra komt nu ook niet meer voor. Geschiedenis van De Kalkindustrie (Bron: www.Wikipedia.nl/kalkovens ) Een schelpkalkoven is een oven in een kegelvormige toren, met een hoogte variërend van 15 tot 20 meter en heeft een doorsnede aan de basis van ongeveer 5 tot 7 meter breed. Een schelpkalkoven werd gebruikt voor de fabricage van metselkalk uit strandschelpen (in Nederland schelpkalk genoemd). Schelpkalkovens zijn doorgaans te vinden aan het water en staan vaak in groepjes van meerdere ovens. Het concept van ovens voor kalk is een zeer oud fenomeen. De Romeinen maakten al gebruik van branderijen waar zij kalksteen brandden. Archeologen troffen in het Duitse Eifelgebergte te Iversheim nabij Bad Munstereifel de resten van zes kalkovens aan. Deze ovens hadden een diameter van ongeveer 3 meter breed. In Londen is uit geschriften op te maken dat steenkalkbranderijen al sinds de dertiende eeuw zorgden voor luchtvervuiling. Er werd in Londen vooral gebruik gemaakt van zeekolen, die bekend staan om hun slechte kwaliteit. De eerste berichten over het gebruik van schelpkalkovens in Nederland dateren uit de veertiende eeuw uit het Graafschap Holland. In Hasselt werd al voor 1500 schelpkalk gebrand. Nabij Winterswijk waren er van eind negentiende eeuw tot begin twintigste eeuw twee steenkalkovens in gebruik, waar kalk werd gebrand. In Ubachsberg in Zuid-Limburg staat de kalkoven, die in deze provincie het laatst in gebruik was: pas in 1969 doofde het vuur definitief. De hoogtijdagen van de kalkovens lag na 1860 met uitvinding van de "Stoel" Schelpkalkovens, zoals nu nog te zien in Enkhuizen. Er waren op meer dan 100 locaties schelpkalkovens in gebruik. Na de Tweede Wereldoorlog ging het slechter met de schelpkalkovens. De grootschalige sluiting en de afbraak van ovens hadden meerdere oorzaken, maar de belangrijkste oorzaak was de destijds toenemende import van goedkopere steenkalk uit andere landen en tevens de opkomst van de cementindustrie. Door de concurrentie van buitenlandse luchthardende Steenkalk (kalkgesteenten uit kalksteengroeven zoals ook Muschelkalksteen e.d.) was de productie van schelpkalk in Europa niet lonend meer. Men metselt nog wel met luchtpoederkalk of luchtkalk (en cement) maar niet meer met schelpkalk. Het kalkbrandingsproces Schelpen bestaan uit calciumcarbonaat (CaCO3, Kalk). Kalk (CaCO3) wordt tot een temperatuur van boven de 1000 °C in een kalkoven verhit. Hierbij ontleedt deze kalk in calciumoxyde (CaO), waarbij koolzuurgas (CO2) ontwijkt. Het ontstane materiaal valt tot poeder uiteen en wordt ongebluste kalk genoemd. Ongebluste kalk had (en heeft) vele toepassingen. Het meest werd de poederkalk na blussen met water (lessen) als bindmiddel in mortel gebruikt in de bouw. Bezienswaardigheden Er zijn nog verschillende plaatsen in Nederland waar U oude en gerestaureerde kalkovens kunt bekijken. • In het Zuiderzeemuseum (www.zuiderzeemuseum.nl) in Enkhuizen staan de kalkovens, die vanuit Akersloot zijn overgebracht en opnieuw zijn opgebouwd. In de kalkovens is 1 keer schelpen tot kalk. Nu is er een foto tentoonstelling te bezichtigen over het proces van de kalkoven. • Bij Meppel is het restaurant "de 3 Kalkovens" (www.dedriekalkovens.nl) gevestigd bij 3 voormalige kalkovens. Twee kalkovens zijn als restaurant ingericht; 1 kalkoven is nog in originele staat. Bij deze kalkoven kunt U ook een presentatie zien, waarin de werking van de kalkovens wordt uitgelegd. • In Hasselt wordt in 2 gerestaureerde kalkovens het verbrandingsproces en de kalkproductie uitgelegd. • In Sneek zijn in het Fries Scheepvaart Museum meerdere schilderijen en tekeningen van kalkovens te bezichtigen. Opmerking: Niet alle foto's en afbeeldingen zijn opgenomen in een tentoonstelling en niet te bezichtigen. Op de website zijn wel de afbeeldingen te zien. Ga naar www.friesscheepvaartmuseum.nl ; vervolgens naar zoeken in de collectie. Op deze pagina rechts in vrij zoeken kalkoven intoetsen en U krijgt de afbeeldingen te zien. Op http://brimstone.artisticunderground.nl/blog/?p=81 vindt U nog meer foto's en beschrijving van de kalkovens. De geschiedenis van Makkum en Workum Makkum is de stad, waarin de stamvader Herke Sijmons is geboren en getrouwd. Zijn zoon Sijmen Herkes is verhuisd naar Workum en heeft daar de achternaam Kalksma aangenomen. Ook de overige kinderen van Herke Sijmons zijn later naar Workum verhuisd. Makkum Makkum was in het begin van de 17e eeuw slechts een "gering" dorp. Het telde slechts 50 huizen en een kerk, die aan de rand van het dorp heeft gestaan en nog staat. Daarna is Makkum fors gegroeid en uitgebreid. In 1780 was het aantal woningen gegroeid naar 600 met totaal 2400 inwoners. Daarna is het aantal inwoners weer gedaald tot 1600 inwoners in 1811. In Makkum zijn in de bloeiende periode veel industrieën geweest zoals scheepstimmerwerven, houthandel, tichelwerken (aardewerk fabriek) pan bakkerijen, smederijen, houtzaagmolens, oliemolen, glasblazerij (de enige in Friesland), bierbrouwerij etc. Het waarschijnlijk belangrijkste middel van bestaan waren de kalkbranderijen. In de 17e eeuw moeten er meer dan 100 kalkbranderijen zijn geweest. Ruim 300 gezinnen leefden hiervan. Er waren verschillende functies zoals kalkdragers en schillossers. Ze hadden hun eigen gilde en een gildehuis. Aan het einde van de 18e eeuw waren er nog 45, in 1900 nog 8 en de laatste is verdwenen in 1925 en afgebroken in 1929. De kalkovens waren voor Makkum zo belangrijk dat de kalkoven en een schelpschip in het wapen van Makkum zijn opgenomen. Bron: De Historie gaat door het eigen dorp (deel 2) door A. Algra. De eerste 3 pagina's uit het boek (incl. kaartje van Makkum) kunt U via de link nalezen (pagina 1, pagina 2, pagina 3). Geïnteresseerd in de geschiedenis van Makkum? Ga dan naar het Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden van A.J. van der AA: www.tresoar.nl/vanderaa. Workum Workum is een van de 11 steden van Friesland. Het is niet bekend, wanneer Workum stadsrechten heeft gekregen. De eerste vermelding van de stad Workum is terug te vinden in het jaar 1374. Workum was een welvarende stad met 3200 inwoners. Zij leefden van de handel (o.a. palinghandel op Londen). Maar er waren ook vele fabrieken zoals pottenbakkerijen, timmerwerven, zoutbranderij, leerlooierij, aardewerkfabriek, zeepziederij, boekdrukkerij en diverse molens. Volgens van der AA is er in 1781 slechts 1 kalbranderij. Maar kalkbranderijen waren er al veel vroeger (16e eeuw) en in grote aantallen. Dit blijkt uit het verslag van H. Coudum, secretaris van de stad Workum, na de zware stormvloed op 12 november 1570, die bekend staat als "de Allerheiligenvloed". Uit het verslag blijkt: "… Ook zijn er bij de overstroming nog zes grote kalkovens in Workum vernietigd, met daarin een grote voorraad schelpen". Geïnteresseerd in de geschiedenis van Workum? Ga dan naar het Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden van A.J. van der AA: www.tresoar.nl/vanderaa. De geschiedenis van Vijfhuysen en Franeker Franeker Franeker is sinds 1374 een stad. Franeker is bekend geworden om zijn universiteit (hogeschool?) die gesticht is in 1585 en ingewijd op 29 juli. Zeer bekend is het Eise Eisinga Planetarium, gebouwd in 1781, waarin de werking van ons zonnestelsel is te zien. De gemeente Franeker bestond uit de stad Franeker, de Klokslag, evenals Franeker-Uitburen. In de Klokslag zijn begrepen de buurten het Vliet, ten westen van de stad en Vijfhuizen en Zevenhuizen ten oosten van Franeker. De Klokslag (= omgeving Franeker) bevatte verscheidene buurten, waaronder het Vliet, ten westen van de stad, Vijfhuizen (ook geschreven Vijfhuijsen, Vijfhuise), Zevenhuizen (ook geschreven als Sevenhuijsen) en Langhuis (ook geschreven als Langhuise) ten oosten van de stad. In de Historische Atlas Friesland van 1718 kwam het dorp Vijfhuijsen al voor. Deze kaart van Halma-Schotanus vindt U ook in de Bosatlas van Fryslan op blz. 42/43. Op de kaarten van Kuijper uit 1881 zijn de dorpen Zevenhuijzen en Langhuis ook vermeld. Deze drie dorpen liggen aan de Leeuwardervaart gegraven in 1507. Vijfhuijsen Op de kaart van Kuijper uit 1881 zijn de buurten Vijfhuijsen en Zevenhuijsen getekend met resp. 5 en 7 huisjes en Langhuis. Ik ga er van uit dat het zeer kleine buurten zijn geweest. Op de kaart van Kuijper van 1881 zijn een houtzaagmolen, een petmolen en een poldermolen getekend. Van deze 3 molens heb ik 3 foto's uit + 1900 kunnen achterhalen. Klik hier voor een afbeelding van de foto's. Op de diverse landkaarten en op de foto's heb ik geen bewijs kunnen vinden dat er kalkovens in de omgeving van Vijfhuijsen hebben gestaan. Toch zouden deze er geweest moeten zijn, daar Willem Jans de achternaam Kalksma heeft aangenomen. In 1749 zijn er volgens de Quotisatiekohieren beroepspersonen vermeld uit deze bedrijfstak o.a. in Franeker. Naar alle waarschijnlijkheid hebben kalkovens gestaan in de buurt van Vijfhuijsen. Er is in Franeker nog steeds een straat genaamd Vijfhuizen. In deze straat staan nog steeds een vijftal kleine huisjes van + 1900. Ook is er een straat genaamd Zevenhuizen. Deze herinneren dus nog aan het vroegere Vijfhuijsen en Zevenhuijsen. Geïnteresseerd in de geschiedenis van Franeker? Ga dan naar het Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden van A.J. van der AA: www.tresoar.nl/vanderaa.

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.


Index op familienamen


Startpunten in deze publicatie



Vandaag in het verleden


Andere publicatie van Dirk Kalksma




Probeer de service vrijblijvend

meer dan 10 duizend genealogen gingen u voor!