Genealogie Klerken Houthulst

GENEALOGISCHE BEVOLKINGSRECONSTRUCTIE KLERKEN-HOUTHULST 1600-1920

Commentaar en vaststellingen bij het lopend genealogisch onderzoek

Deze website is een poging om alle genealogische en randinformatie samen te brengen over eenieder die in Klerken-Houthulst is geboren, gehuwd en/of overleden in de 300 jaar vanaf circa 1600 tot rond Wereldoorlog I, de Grote Oorlog. Tussen 1650 en 1914 zijn er naar schatting circa 18,000 geboorten, een kleine 4,000 huwelijken, en ruim 15,000 overlijdens geregistreerd. Deze vormen de basis van dit onderzoek, waar uiteindelijk 40 tot 50,000 personen bij aan bod komen.

Klerken-Houthulst heeft een woelige geschiedenis met bij aanvang vooral een op landbouw gerichte bevolking. Door de eeuwen heen groeide hieruit ook een grote bevolkingsgroep die vaak leefde op de rand van de maatschappij, met veel armoede en andere tegenslagen. Deze groep leefde sterk in zichzelf gekeerd. De bevolking onderging de vele calamiteiten van zowel Franse of andere legers die doortrokken, van slechte oogsten en hongersnood, en van alles verwoestende ziektes. Maar uiteindelijk evolueert dit alsnog tot een zeer gevarieerde maatschappij, die aansluit bij de rest van het land.

Bij aanvang, in de jaren vóór 1600, was de streek grotendeels leeggelopen als gevolg van de voortdurende geuzen-raids en andere godsdiensttroebelen. Alleen omwalde steden zoals Diksmuide, Veurne, Ieper, Nieuwpoort en andere boden enige veiligheid. Terzelfdertijd vertrokken ook veel bewoners naar Nederland, Duitsland of Engeland, waar ruimte was voor hun nieuwe protestantse geloof.

Begin jaren 1600 werden steden en de streek weer onder Spaanse controle gebracht. Vanaf 1605 tot midden 17de eeuw werd Klerken en omstreken opnieuw bevolkt, net zoals veel ander braakliggend land in wat nu West-, Oost- en Frans-Vlaanderen is. Dit begon goed, maar na de relatief kalme jaren tijdens het twaalfjarig bestand, gaat de woelige periode van godsdienstoorlogen en migratie weer verder tot de Vrede van Munster in 1648. En ook deze periode werd prompt gevolgd door 60 jaar Franse invallen en bezetting.

Vanaf 1610 kwamen een deel van de vroegere bewoners maar ook veel nieuwe boeren uit het zuiden – vooral uit het huidige Nord en Picardie in Frankrijk -, en andere streken het platteland herbevolken. Rond 1650 woonden er in Klerken hooguit 5 tot 600 mensen. In het Terrier der Prochie van Clercken, afgewerkt in 1686 worden 140 huizen beschreven, wat met ongeveer 700 inwoners zou overeenstemmen. In de tweede helft van de 17de eeuw tot de vrede van 1713 volgt de ene Franse invasie na de andere.

Bij de volkstelling van 1748 worden 845 personen vermeld; dit is hoogstwaarschijnlijk een onderschatting van het echte bewonersaantal, want heel wat toenmalige inzittenden zijn om onduidelijke reden niet vermeld. Vanaf die tijd gaat de bevolking uiteindelijk wel sneller groeien, wellicht voor het grootste deel dankzij betere voeding. Ruim 80 jaar eerder, rond 1660-1690, was de aardappelteelt al aangevat in Klerken, Zarren en Esen . De streek was dus bij de absolute pioniers van deze nieuwe teelt op het Europese vasteland. Het is echter pas ruim in de 18de eeuw dat aardappels door de bevolking als basisvoedsel in het dagelijkse menu wordt geïntegreerd, en dat dus de echte doorbraak ervan volgt.

Ook een meer stabiele omgeving en beter handelsklimaat dragen bij aan de bevolkingsgroei. In 1770 stelt het Bisdom vast dat er net geen 900 personen ouder dan 11 jaar wonen in Klerken, en de intussen aanwassende wijken bij Houthulst, Jonkershove en Terrest. Dit komt overeen met circa 1100 bewoners, kinderen tot 10 jaar meegeteld.

Bij de volkstelling van begin 1815 is dit aantal, ondanks de troebelen tijdens de Franse bezetting,  bijna verdubbeld. We vinden 2128 inwoners verdeeld over vier secties, het Centrum en ter Smisse (nu in Klerken zelf), en het Hoogkwartier en Terrest, in het huidige Houthulst. Het aantal inwoners neemt verder toe in de jaren 1800, met het ontstaan van een aparte parochie en kerk in Houthulst in 1856, maar ook met toenemende migratie weg naar nabije en verre oorden.

Dit gaat steeds beter tot de grote onderbreking in oktober 1914, wanneer Klerken en Houthulst door de bezettende Duitse troepen gedwongen worden tot volledige evacuatie. Pas in 1919 start het normale leven weer, en kort erna wordt Houthulst een aparte gemeente (11 april 1928).

Begin 1976 keert dit om, en wordt Klerken samen met Jonkershove (dat eerder een deel was van Woumen), een stuk van Terrest (dat van Zarren kwam), en met Merkem onderdeel van Houthulst.

Tijdens deze cyclus van ruim 300 jaar gebeurt heel wat. Mensen komen toe, zoals mijn verste voorouder Jan de Bruijne ergens voor 1630-40, en vertrekken, zoals mijn betovergrootvader Leonard Debruyne rond 1825-30 naar Kaaskerke verhuist. Maar in die periode ontstaat ook een eigen specialisatie met bezemmakers en boskanters aan de basis, en leurders, marktkramers, schippers, muzikanten, scharenslieps, en vooral veel land- en industrie-arbeiders. Stilaan ontwikkelt zich ook een beginnende middenklasse, dit alles met als constante drijvende kracht de lokale landbouwers.