stamreeks Micola

Generatie V - Joseph Micola x Johanna Christina

Uit een inventarisatie van Europees personeel op Java en Madoera uit 1819 blijkt dat hij in dat jaar 45 oud was. Hij zou dus rond 1774 geboren moeten zijn. Bij het onderzoek naar de herkomst van deze man was een aantekening van de adjunct-rijksarchivaris in Nederlands Indië, onontbeerlijk. Op één van zijn vele fiches met informatie over Europeanen in Indië schreef hij:

”Micola, Joseph - van Letomi .... korporaal, 1802 met schip De Goede Intentie in Indië. Tractement 1808/9 Rds 8.16.- 's m. (Mil. 29 fol 15)”.

Terugzoekend naar militairen in Nederland met deze naam, bleek Joseph op een rangeerlijst voor te komen in het eerste gelid van het 3e bataljon van de 3e halve brigade in Alkmaar, op 8 april 1800.
Een rangeerlijst geeft aan in welk gelid je moest staan in je eenheid. De manschappen vuurden uit drie gelederen. De langste manschappen stonden vooraan, daarna nog twee rijen met de overige manschappen.

Vervolgens komen we hem tegen in de monsterrol van het schip “De Goede Intentie”. Dit schip, met kapitein Pieter Pakes, vertrok op 8 april 1802 met een compagnie scherpschutters naar Indië.

Zijn naam is in dit document behoorlijk verbasterd: "Joseph Mikalam van Lettomsche in Bohemen".
Maar in combinatie met de eerder genoemde aantekening "van Letomi..." mogen we wel aannemen dat dit "onze" Joseph Micola is. Mogelijk wordt met deze geografische aanduiding de huidige stad Litoměřice in Tsechië bedoeld.
Het zou een lange reis worden. Via La Rochelle naar Kaap de Goede Hoop. In de Utrechtse Courant (van 17 december 1802!) wordt vermeld dat het schip op 6 augustus 1802 was aangekomen bij Baay Fals.
In de Groninger Courant van 2 maart 1803 (zolang deed het nieuws erover) wordt vermeld dat De Goede Intentie op 13 december 1802 in Batavia is gearriveerd. Acht maanden had de reis geduurd.

De volgende jaren geven verder geen informatie over Joseph, behalve dat hij (volgens de hierboven genoemde aantekening) in 1808 inmiddels korporaal was geworden.
In latere jaren heeft Joseph functies op plantages en landgoederen. In 1821 wordt een kind van hem gedoopt op het landgoed Tjipoetri. In 1825 wordt hij genoemd als opzichter op het gouvernementslandgoed Tjipanas.

In het Koloniaal tijdschrift, 5e jaargang dl 2, wordt in het artikel "Een indisch secretaris in 1825" (een verhaal over Willem van Hogendorp) over Joseph vermeld:
" 't Gebeurde eens dat zekere Micola, een Hongaarsche oud-soldaat, die op Tji Panas de betrekking van baas-tuinman vervulde, des avonds bezig was met pannekoeken te bakken, en opziende een tijger in de open deur zag staan. Het dier was misschien op de baklucht af gekomen, en ontwaarde nu dat hier geen coteletten, maar slechts meelkoeken in de pan lagen. Althans, hij trok grommende af, en Micola haastte zich zijn deur te sluiten. Geschrikt was hij! — nu, dat was aan de pannekoeken wel te bemerken. Alle baksels en brouwsels deugen niet........."

Vanaf 1825 was Leonard du Bus de Gisignies de Gouverneur-Generaal van Oost-Indië. Hij bracht graag veel tijd door in het buitenverblijf op dit landgoed en had daar graag de reis van 9 uur (over een afstand van 28 palen vanuit Buitenzorg, ruim 40 kilometer) naar het bergachtige binnenland voor over. In een levensbeschrijving over deze heer ("Voor keizer en koning: Leonard du Bus de Gisignies, 1780-1849", Bart Prins) staat te lezen:

"In Tjipanas bouwde Du Bus zijn eigen kleine wereld op, waarin hij zich kon afzonderen van de problemen in Buitenzorg. Hij vond hierin zijn kok en tuinman Micola, een uit Oost-Europa afkomstige gewezen soldaat, een geestverwant die ook hield van lekker eten en drinken en die zich niet stoorde aan de voorschriften over eetgewoonten in de tropen. Micola had bij verschillende van zijn slavinnen kinderen, waaronder er een, Eemtje, als persoonlijke hulp aan Du Bus werd toegevoegd. Du Bus was zo opgetogen over de jongen dat hij hem bij zijn terugkeer naar het moederland in januari 1830 besloot mee te nemen."

Nog weer een paar jaar later wordt Joseph genoemd als herbergier in Tjiandjoer.
Na diverse relaties trouwde Joseph in 1831, in de Preanger Regentschappen, met Johanna Christina, geboren omstreeks 1796.

In Tjiandjoer overlijdt hij op 13 augustus 1835. Volgens het overlijdensregister zou hij 67 jaar zijn geworden. Maar ja, als de eerder genoemde inventarisatie van Europees personeel juist is, dan zou hij omstreeks 61 jaar zijn geworden

Eemtje (Micola), zoals afgebeeld in: Eemtje de Maleis of weldaad en dankbaarheid; De Familiekring, uitg 1867, Google Books

Zoals vermeld had Joseph kinderen bij verschillende vrouwen. Een aantal van de kinderen wordt pas een paar jaar na de geboorte geadopteerd door Joseph.

Kinderen uit een relatie van Joseph met Natje:

1. Mattheus Martin, geboren in Tjililitang op 17 juni 1812, Hij wordt geadopteerd op 25 april 1817 en vervolgens gedoopt in de kerk in Buitenzorg op 27 april 1817.

2. Wilhelmina Maria Ferdinanda, geboren in Buitenzorg op 7 oktober 1816. Ook zij wordt geadopteerd op 25 april 1817 en vervolgens gedoopt in de kerk in Buitenzorg op 27 april 1817.
Bij de doop van bovenstaande kinderen waren getuige: Matthias Kiraal, Susanna Willemina Ferdinante, en Frederik Ernst Magdeburg, de postopziener in Buitenzorg.

Een zoon uit de relatie van Joseph met Clarissa:

1. Eemtje, geboren op 10 maart 1818 en overleden op 25 mei 1867 in Sint Joost ten Node (België), 49 jaar oud. Hij werd in januari 1830 als persoonlijke bediende door Leonard du Bus de Gisignies naar Nederland meegenomen. Uit zijn overlijdensacte blijkt dat hij in Europa (waarschijnlijk bij zijn doop?) er nog een aantal voornamen had bijgekregen. Zijn volledige naam was geworden: Léonard Sylvain François Xavier. En Eemtje wordt als achternaam genoteerd.

Kinderen uit een relatie met Latiama:
Bij de doopinschrijving van haar kinderen wordt specifiek de toevoeging "de vrije Javaansche vrouw..." gebruikt. Dit in tegenstelling tot de eerste twee relaties van Joseph met waarschijnlijk enkele van zijn slavinnen.

1. Christina Anna, gedoopt in Tjiandjoer op 21 januari 1821 en overleden in Batavia op 5 april 1859, 38 jaar oud.

2. Helena Elisabeth, geboren op 16 juli 1821 en gedoopt in Tjiandjoer op 12 augustus 1823. Zij is daar overleden op 1 september 1895, 74 jaar oud.
Zij trouwde in de Preanger Regentschappen op 22 december 1856 met Frans Kepel, geboren in Batavia op 15 februari 1817 en overleden in Tjiandjoer op 29 augustus 1891, 74 jaar oud, zoon van Anthonij Kepel en Sariepa.

3. Jacob, geboren in Tjipanas op 28 december 1822 en gedoopt in Tjiandjoer op 12 augustus 1823.
Hij was waarnemend posthouder te Loeboe Sikapping (ca 1844), posthouder te Matoea, afd Agam (1848), opziener der kultures der tweede klasse, XIII en IX Kotta’s (1855), opziener der kultures der tweede klasse, district Batipoe en X Kotta's (1856), opziener 2e klas aan Sumatra's Westkust (conduite 1858), opziener der eerste klasse bij de kultures te Moeara Sama (1861), opziener der eerste klasse, afdeling Agam (1864), zoutverkooppakhuismeester (1873). Hij is overleden in Batavia op 3 februari 1892, 69 jaar oud.
Hij trouwde in Fort de Kock op 12 maart 1856 met Louisa von Fürstenrecht, geboren in Padang omstreeks 1840 en overleden in Palembang op 18 juli 1878, omstreeks 38 jaar oud, dochter van Carl von Fürstenrecht en Maria Botelino.
Bij Gouvernementeel Besluit van 9 Maart 1878 No 8 verkreeg Jacob Micola, zoutverkoop- tevens algemeen pakhuismeester te Palembang, vergunning zich te noemen en te schrijven Micola von Fürstenrecht. Grondslag voor deze toestemming was het feit dat echtgenote Louisa de enig overgeblevene van haar geslacht was. Uiteraard kregen de kinderen van na 1878 uit deze relatie ook deze samengestelde achternaam.

4. Louisa Augustina, gedoopt in Buitenzorg op 24 juli 1825.

Een zoon uit uit het huwelijk tussen Joseph en Johanna Christina:.

1. Johannes, geboren in de Preanger Regentschappen in 1831, zie verder generatie IV

In de Regeringsalmanak van Nederlandsch Indië wordt in de jaren 1821, 1822 en 1823 ene Nicolaas Micola genoemd als inwoner van de Preanger Regentschappen. Als deze bij eerste vermelding 16 jaar was, dan zou dit best ook een zoon van Joseph geweest kunnen zijn. Van deze Nicolaas zijn verder geen gegevens bekend.

Generatie IV - Johannes Micola x Tientje Vermeer

Johannes Micola is in 1831 geboren in de residentie Preanger Regentschappen, in Tjipanas of Tjiandjoer.
Aanvankelijk is hij handelaar van beroep. Later wordt hij genoemd als administrateur van de landerij Tjikao in Tangerang (1882, 1883).
Hij trouwde (1) in Soemedang op 8 mei 1862 met Tientje Vermeer, geboren in Batavia op 2 augustus 1831.
De trouwdatum stond vermeld op een document in het Dossier Micola bij het Centraal Bureau Genealogie. Bij latere controle bleek dit document verdwenen.

Tientje was de dochter uit een relatie van Pieter François Vermeer, opziener zij de Waterstaat, geboren in Brugge omstreeks 1793, overleden in Weltevredenen op 6 december 1839 en Piena Sournatta (later genaamd Catharina Cornelia Jonathans), overleden in Batavia op 7 april 1849.
Pieter trouwde later in Batavia op 29 augustus 1838 met Wilhelmina van Meegen, gedoopt in Harderwijk op 1 juli 1802 en overleden in Groningen op 6 december 1887.
Piena trouwde later in Batavia op 13 januari 1844 met Cornelis Nicodemus Jacob.

Tientje was eerder gehuwd, in Batavia op 1 september 1848, met Petrus Laurens Velsberg, zoon van de inlandse vrouw Implong en geadopteerd door Laurens Velsberg ambtenaar, geboren in Poerwakarta op 24 juli 1824 Batavia in 1826 en daar overleden op 1 september 1852, omstreeks 26 jaar oud.

In 1864 was een van de bedienden in het gezin Micola, de Baboe Gaboeg, zo ontevreden over haar werkgevers dat zij arsenicum heeft gekocht en door de koffie, soep, boeboer en met suiker gestoofde pruimen heeft gemengd. Johannes, Tientje, hun kinderen, een bezoeker (G.R. Schluter) en de andere bedienden Enoer, Kaijimah, Ma Tandjoeng, Bapa Irsad en Ariasim werden hier behoorlijk ziek van. Het werd pas na een paar dagen duidelijk wie hier achter zat.
De baboe werd in een proces in 1866 veroordeeld tot 20 jaar dwangarbeid buiten het eiland Java.
Dit proces wordt uitgebreid beschreven in "De Locomotief", Samarangsch handels- en advertentieblad van 20 mei 1867 op
pagina 1 en pagina 2 .

Tientje is overleden in Buitenzorg op 21 mei 1874, 42 jaar oud.

Een paar maanden na het overlijden van Tientje trouwde Johannes in Tangerang op op 31 december 1874 met Maria Elisabeth Camps, bijna 16 jaar oud, geboren in het Westerkwartier der Bataviaschie Ommelanden op 1 januari 1859.

Maria is kort na de geboorte en overlijden van haar laatste kind overleden in Tjoeroeg, afdeling Tangerang op 3 februari 1892, 33 jaar oud.

Johannes is ruim een jaar daarna overleden in Tangerang op 18 november 1893, 62 jaar oud.

Tientje Vermeer en Pieter François Velsberg waren mogelijk de ouders van:

1. Wilhelmus Fredericus Hermanus Velsberg, geboren in Batavia op 17 juni 1849.
2. Josephine Henriette Elise Velsberg, geboren in Batavia op 23 november 1851 en daar overleden op 13 juni 1854, 2 jaar oud.


Kinderen van Johannes en Tientje waren:

1. Josephina Johanna, geboren in Buitenzorg op 1 mei 1854, zie verder generatie III
Bij de vermelding van haar geboorte in de Regeringsalmanak van Nederlandsch Indië draagt zij nog de achternaam van haar moeder: Vermeer. Zij zal later bij het huwelijk zijn geëcht.

2. Christine Josephine, geboren in de afd. Soemadang en Soekapoera (Preanger Agentschappen) op 19 juli 1856 en overleden ná februari 1917.
Bij de vermelding van haar geboorte in de Regeringsalmanak van Nederlandsch Indië draagt zij nog de achternaam van haar moeder: Vermeer. Zij zal later bij het huwelijk zijn geëcht.

Zij trouwde (1) in Tangerang op 18 augustus 1876 (echtscheiding geregistreerd in Batavia op 17 mei 1878) met Johan Fredrik Mentel.
Zij trouwde (2) in Batavia op 8 november 1880 met Heinrich Andreas Ruhland, geboren in Arnhem op 25 april 1835, zoon van Heinrich (Hendrik) Andreas Ruhland en Maria Catharina Baar. Hij is overleden in Tjiandjoer op 10 februari 1884, 48 jaar oud.
Zij trouwde (3) in Batavia op 2 april 1903 met Cornelis Willem Salomons, geboren in Batavia op 27 september 1850 overleden in Batavia op 14 februari 1917, 66 jaar oud, Broeder in de orde Nederlandsche Leeuw.

3. Joseph, geboren in Tjikadjang (Limbangan) in 1858 en overleden in Garoet op 18 juni 1867, ongeveer 8 jaar oud.
Dit kind komt niet voor in de Regeringsalmanak, maar wordt genoemd in de archiefaantekeningen van Bloys van Treslong Prins

4. Johanna Marie, geboren in de Preanger Regentschappen op 3 september 1861 en overleden in Batavia op 15 juni 1897, 35 jaar oud.
Zij trouwde in Batavia op 2 december 1882 met Gerardus Bernardus Ruhland, geboren in Leiden op 14 oktober 1843, zoon van Heinrich (Hendrik) Andreas Ruhland en Maria Catharina Baar. Hij is overleden in Buitenzorg op 9 mei 1885.

5. Johanna Françoise, geboren in de afdeling Soemadang en Limbangan op 7 mei 1863 en is overleden in Tjoeroeg, afd. Tangerang op 19 februari 1881, bijna 18 jaar oud.

6. Petrus Joseph Alexander, geboren in de afdeling Soemadang en Limbangan op 7 juni 1868 en overleden in Buitenzorg op 28 september 1893, 25 jaar oud.

7. Johannes Paulus Alexander, geboren in Buitenzorg op 5 juni 1873.
Op 2 februari 1884 werd hij opgenomen in het korps Pupillen. Op 28 maart 1891 is hij daar wegens onbetamelijk gedrag ontslagen.

Johannes en Maria kregen de volgende kinderen:

1. Vreede, geboren in Tangerang op 27 maart 1879.

2. Charles, geboren in Tangerang op 24 januari 1881.

3. Victoria Amalia, geboren in Tjikoeja, afdeling Tangerang op 20 maart 1882 en overleden in Batavia op 31 januari 1941, 58 jaar oud.
Zij trouwde in Batavia op november 1905 met Roelandus Nicolaas Rijkschroeff, geboren in Batavia op 2 december 1879 en overleden in Buitenzorg op 27 april 1937, 57 jaar oud.

4. Victor, geboren in Tangerang op 21 juni 1883 en overleden in Batavia op 3 juli 1917, 34 jaar oud.

5. Constantijn Alexander, geboren in Tjikoeja, Tangerang op 1 juni 1885 en dar overleden op 8 november 1885, 5 maanden oud.

6. Hendrika Francisca, geboren in Tjikoeja, Tangerang op 16 augustus 1886 en overleden na januari 1958, minstens 71 jaar oud.
Zij trouwde in Batavia op 5 september 1910 met Albert Frederik Hauwert, geboren op 29 september 1872 in Salatiga en overleden in Epe op 2 januari 1958, 85 jaar oud, zoon van Arie Barend Philip Hauwert en Mina.

7. Engeline, geboren in Tjikoeja, Tangerang op 22 februari 1888.
Zij trouwde in Batavia op 15 juli 1905 met William Herman Richards, overleden in Weltevreden op 11 maart 1929.

8. Mietje, geboren in Tjoeroeg, Tangerang op 20 januari 1890 en overleden in Batavia op 9 januari 1905, 14 jaar oud.

9. Frederik, geboren in Tjoeroeg, Tangerang op 26 november 1891 en overleden in Tangerang in januari 1892, omstreeks 1 maand oud.

Generatie III - Josephina Johanna Micola x Hermanus Johannes Lodewijk Joseph van Lingen

Josephina Johanna Micola is geboren in Buitenzorg op 1 mei 1854, † Solo 21 febr. 1925.
Zij trouwde in Buitenzorg op 29 augustus 1874 met Hermanus Johannes Lodewijk Joseph van Lingen, geboren in Batavia op 28 oktober 1843 en begraven in Buitenzorg op 16 december 1895. Zie stamreeks van Lingen.