stamreeks Couwenberg
Voor de generaties IX t/m XII was een van de belangrijkste bronnen de publicatie van A.J.G. Kouwenberg in Gens Nostra, 1975, pag. 318 e.v. Inmiddels staat deze publicatie ook op internet en wel hier: Het materiaal van al dat onderzoekswerk is overgegaan naar zijn (achter)neef Erik Kouwenberg. Zijn website staat hier.
De daarop volgende generatie s zijn samengesteld op basis van (veel inmiddels gedigitaliseerde) DTB registers en notariële gegevens. Ook de onderzoeksresultaten van mevrouw W.E. Smelt, in het dossier Couwenberg bij het CBG waren, daarbij van waarde. De feiten over de lakenververij in de generaties VI en VII zijn mede gebaseerd op het artikel "De lakenverver Cornelis Couwenbergh te Breda en de Hooge Overheid in 1711", tijdschrift Taxandria (1924) p.94 e.v.
De Haagse en Indische generaties kregen hun invulling door het raadplegen van kopieën van akten van de Burgerlijke Stand, (de Indische vooral bij bij de LDS-kerk), overige relevante archieven bij het CBG, publicaties van de Indische Genealogische Vereniging, Indische gegevens bij het Nationaal Archief, krantenartikelen via Delpher en uiteraard de nodige gegevens uit eigen familie.
Generatie XII - Wouter Adriaens aen den Couwenbergh x Zenne Jan Hendrick Lamberts
Wouter is circa 1450 geboren te Tilburg en daar overleden vóór februari 1536. Hij had een relatie met Suzanne (Zenne) Jan Hendrick Lamberts
De Kouwenberg is een buurtschap bij de Heikant, aan de noordkant van Tilburg. Het ligt oostelijk van de Noorderplas, tussen de Kalverstraat en waterloop De Middelste Brug. Het komt al in 1382 voor als Caudenberghe. De Kouwenberg is inderdaad een ‘berg’, dat wil zeggen een lichte verhoging in het landschap.
En er is nog steeds een straatnaam in het buitengebied met de naam De Kouwenberg. Ook een boerderij daar heeft zijn naam hieraan ontleend.
Deze gegevens zijn te vinden op de Wiki Midden-Brabant.
Wouter had een vader Adriaen, daarom werd hij Wouter Adriaens genoemd. Maar om helemaal duidelijk te maken wie hij was werd in het spraakgebruik 'aen de Couwenbergh' toegevoegd. en in de loop der jaren werd dat de achternaam van deze familie. De naam werd op talloze manieren geschreven, Van Caudenberghe tot Kouwenberg, afhankelijk van de tijd waarin men leefde en het gebruik binnen de verschillende gezinnen.
Zoon van Wouter aen den Couwenbergh en Suzanne Lamberts is:
Hendrick, zie verder generatie XI
Generatie XI - Hendrick Wouter Adriaens aen den Couwenbergh x Geertruyd Weijmers
Hendrick zal omstreeks 1480 zijn geboren in Tilburg.
Hij trouwde in Tilburg omstreeks 1512 met Jenneken Aert Jacobs van de Brekel, dr. van Aert Jacob Aert Breckelmans. Jenneken is omstreeks 1519 overleden.
Hendrick hertrouwde in Tilburg omstreeks 1520 met Geertruyd Peter Lambrecht Weijmers. Hij is overleden ná april 1551, de laatste keer dat hij in een akte bij het Rechterlijk Archief Tilburg wordt genoemd.
Kinderen van Hendrick aen den Couwenbergh en Jenneken van den Brekel zijn:
1. Adriaen, geboren in Tilburg omstreeks 1515. Hij was herbergier van beroep. Ook was hij schepen van Tilburg.
Hij trouwde in Tilburg omstreeks 1550 met Jenneken Adriaen Jan Hessels.
2. Lijsbeth, geboren in Tilburg omstreeks 1518.
Zij trouwde in Tilburg met Adriaen Jan Bogaerts.
3. Aert,, geboren in Tilburg omstreeks 1519.
Hij trouwde in Tilburg omstreeks 1545 met Marij Joost Jan Leijten.
Kinderen van Hendrick aen den Couwenbergh en Geertruijd Weijmers zijn:
1. Ghijsbert, geboren in Tilburg omstreeks 1522. Zijn beroep was brouwer.
Hij trouwde in Tilburg omstreeks 1545 met Adriana Hendrick Claessen van Spaendonck, dochter van Hendrick Niclaes Hendrick van Spaendonck en Adriana Jan Boerden.
Ghijsbert is in 1580 vermoord door Spaanse troepen die het Brabantse land onveilig maakten. De Tilburgse Tijdmachine vermeldt hierover het volgende:
Aan de Heikant bij de Cauwenberg worden twee Spaanse soldaten vermoord, zoals later blijkt door muitende collega's. De bewoners van het gehucht worden daarvoor echter verantwoordelijk gehouden. Een vaandrig en tachtig soldaten gaan plunderend en verkrachtend in het gehucht te keer. De lakens worden zelfs van de getouwen gesneden. Een groep mannen wordt gevangen genomen, gemarteld en naar Oisterwijk, het hoofdkwartier van Haultepenne gevoerd. Daar worden twee van hen, Adriaen van Heijst en Gijsbert Cauwenbergh, van een zolder gegooid en gedood. De rest wordt tegen een losgeld vrijgelaten.
2. Anthonis, geboren in Tilburg omstreeks 1525, zie verder generatie X.
3. Jenneken, geb.oren in Tilburg omstreeks 1528.
Zij trouwde met Wouter Peter Coppens.
Generatie X - Anthonis Hendricks Cauwenberchs x Goyartken Goyart Jansen Verdiessen
Anthonis is geboren in Tilburg omstreeks 1525. Hij was schoolmeester. De Tilburgse Tijdmachine vermeldt over hem:
mr. Anthonis Cauwenbergh wordt 'rectoir der scholen' van Tilburg genoemd. Dit bevestigt het vermoeden, dat er in de tweede helft van de zestiende eeuw al een Latijnse school in Tilburg was.
Omstreeks 1579 trouwt Anthonis met Goyartken Goyart Jansen Verdiessen
Kinderen van Anthonis Couwenberchs en Goyartken Verdiesen zijn:
1. Hendrick, geboren rond 1575 in Tilburg, zie verder generatie IX.
2. Anthonis, geboren in Tilburg omstreeks 1580. Zijn beroep was schoenmaker.
Omstreeks 1605 is hij getrouwd met Maria.
Generatie IX - Hendrick Anthonis Cauwenberchs x Marie Peter Cornelissen van Heijst
Hendrick is omstreeks 1575 geboren in Tilburg. Hij was schepen te Tilburg. Op latere leeftijd is hij naar Breda verhuisd, waar hij is overleden. Hij werd daar begraven in de Grote Kerk op 2 februari 1660.
Hij trouwde (1) in Tilburg omstreeks 1600 met Marie Peter Cornelissen van Heijst, dochter van Peter Cornelis Gerit van Heijst en Jenneken Adam Willem Coenen (deze moeder is overleden in Breda in maart 1584).
Hij trouwde (2) in Oosterhout in 1651 met Lijsbeth Augustijns.
Kinderen van Hendrick Cauwenberchs en Marie van Heijst zijn:
1. Anthonis, geboren in Tilburg omstreeks 1601. Hij was voor een derde eigenaar van de herbergh ’t Ramshooft.
Hij trouwde in Tilburg op 17 september 1623 met Jenneken Aerdt Peter Tielmans.
2. Jenneke, geboren in Tilburg omstreeks 1602.
Zij trouwde in Tilburg op 14 februari 1627 Gerit Herman Aerdtssen.
3. Joannes, gedoopt in Tilburg op 17 november 1603 en overleden vóór 20 juni 1613.
4. Lijsbeth, geboren in Tilburg omstreeks 1604.
Zij trouwde (1) in 1629, (ondertrouw te op Tilburg 22 juli) met Herman Reijnders, schaliedekker (=leidekker)
Zij trouwde (2) met Jacob Janssen.
5. Marie, geb.oren in Tilburg omstreeks 1606.
Zij trouwde (1) in Tilburg in mei 1632 met Hendrick Anthonis van ’t Reijgersbosch.
Zij trouwde (2) met Frans Jacob Franssen.
6. Cornelia, geboren in Tilburg omstreeks 1607.
Zij trouwde (1) omstreeks 1633 met Joris NN, ruiter in het leger.
Zij trouwde (2) met Dierck Franssen Berijs.
7. Geertruyt, geboren in Tilburg omstreeks 1608.
Zij trouwde in Tilburg op 17 januari 1630 met Gielis Henrick Janssen van Pelt, zn. van Hendrick Jans van Pelt en Cathalijn Willemsdr Aaerts Thielemans.
8. Petrus, gedoopt in Tilburg op 11 november 1609 en overleden † vóór 22 november 1610.
9. Petrus, gedoopt in Tilburg op 22 november 1610.
10. Joannes, gedoopt in Tilburg op 20 juni 1613 en overleden vóór 11 november 1614.
11. Johannes, gedoopt in Tilburg op 11 november 1614.
Op 23 januari 1638 wordt hij ingeschreven als poorter van Breda. Bij deze inschrijving staat dat hij afkomstig was uit Tilburg, waar hij winkelier was. In Breda werd hij bierbrouwer in "De Roode Leeuw" op het Gasthuiseinde. Hij is overleden in Breda op 11 december 1661,
Hij trouwde omstreeks 1636 met Maria Geeraerts van Roosendael.
12. Adam,, gedoopt in Tilburg op 4 oktober 1615. Zijn beroep was koperslager.
Hij trouwde (1) in Oosterhout op 30 januari 1646 met Maeijken Merken Peterceli, dr. van Marcus Adrianus Peterceli en Antonia Adrianus.
Hij trouwde (2) in Oosterhout op 28 juli 1653 met Adriana Geeraerts Cuijpers.
13. Anna, gedoopt Tilburg op 16 oktober 1616.
Zij trouwde omstreeks 1640 met Anthonis Aert Peter Greven.
14. Cornelis, gedoopt in Tilburg op 8 augustus 1619, zie verder generatie VIII
15. Gijsbert, gedoopt in Tilburg op 5 januari 1621. Hij was pastoor in Thoor (1664).
Generatie VIII - Cornelis Cauwenbergh x Maria de Clercq
Cornelis, is gedoopt in Tilburg op 8 augustus 1619. Zijn beroep was lakenverver. Hij is overleden in Breda waar hij op 14 november 1690 is begraven. Hij woonde aan de Haagdijk bij de Tolbrug.
Hij trouwde omstreeks 1670 met Maria de Clercq. Na het overlijden van Cornelis is zij op 3 oktober 1700 hertrouwd met Andries Verbeek.
Bij de Burgemeester en Schepenen van Breda kwamen herhaaldelijk klachten binnen van lakenfabrikanten over het slechte verven van hun stoffen, waardoor deze minder goed verkoopbaar bleken en lagere prijzen opbrachten. Zij deden het voorstel om een bekwaam lakenverver aan te stellen. Ter aanmoediging zou hem het voorrecht verleend moeten worden, om met uitsluiting van alle anderen, alle wollen lakenen en andere stoffen te mogen verven. Op 2 mei 1680 verleenden Burgemeester en Schepenen dit monopolie aan Cornelis Couwenbergh voor de duur van 4 jaren.
Tot dat moment had hij geruime tijd in Rotterdam gewoond. Hij zal dus als een bekwaam lakenverver bekend hebben gestaan. Sterker nog, hij voldeed zo aan de verwachtingen dat hij op 7 september 1684 werd herbenoemd, zelfs voor de duur van tien jaren.
Voordat deze jaren waren verstreken is hij echter overleden. Zijn bedrijf werd zodanig vertrouwd dat het voorrecht overging op zijn vrouw Maria de Clercq en na haar overlijden in 1701 op hun zoon.
Kinderen van Cornelis Cauwenbergh en Maria de Clercq zijn:
1. Samuel, geboren omstreeks 1670 in Den Haag. Hij was verver te ’s Hertogenbosch.
2. Catarina, gedoopt in Rotterdam op 16 maart 1674.
Zij trouwde in Breda op 4 augustus 1694 met Bernardus Knips, gedoopt in Bergen op Zoom op 2 september 1672, zoon van Johannes Knips en Cornelia de Neeff.
3. Cornelis, gedoopt in Rotterdam op 3 mei 1676, zie verder generatie VII.
4. Hester, gedoopt in Rotterdam op 7 augustus 1678 en daar begraven op 27 mei 1679.
5. Gommer, gedoopt in Rotterdam op 19 maart 1680 en waarschijnlijk daar begraven op 22 maart 1680.
6. Maria, gedoopt in Rotterdam op 19 maart 1680 en overleden vóór 18 februari 1682.
7. Maria, gedoopt in Breda op 18 februari 1682 en is waarschijnlijk overleden in Breda op 17 september 1683.
Generatie VII - Cornelis Couwenberg x Catharina van Rinxt
Cornelis is gedoopt in Rotterdam op 3 mei 1676 en begraven in Etten op 4 maart 1751. Beroep en functies waren, lakenverver, koopman, weesmeester te Breda 1706-1721, tienraad te Breda 1708-1721. Later diaken, schoolmeester en voorzanger te Etten 1727-1751.
Hij trouwde (1) in Oosterhout op 20 april 1699 met Catharina van Rinxt, gedoopt in Oosterhout op 15 maart 1679 en overleden vóór nov. 1736.
Catharina is de dochter van Hendrik Paulissen van Ringst, † vóór okt. 1682 en Jenneken Cornelissen van Meer, die trouwden in Oosterhout op 30 mei 1678.
Hij trouwde (2) in Breda op 1 november 1736 met Magdalena Scholten, gedoopt in Breda op 6 juni 1685, dochter van Johan Ernst Scholten en Geertruijt Breuckers en weduwe van (1e) Antonij Fredrick Neukirch en (2e) Jacob Lucas Steenbergen.
Ook bij deze Cornelis wordt het verleende monopolie op de ververij door het gemeentebestuur enkele malen verlengd, het laatst op 24 september 1710 voor de duur van niet minder dan zestien jaren.
Het zal dan ook een hele schok voor hem zijn geweest dat binnen het jaar de "regeering van Breda" aan een ander een vergunning gaf een wolververij te mogen oprichten binnen Breda. Het argument om het al dertig jaar geldende voorrecht te doorbreken is dat Couwenbergh "sich soodanig niet comporteerde als met het voordeel van de burgerije en commersie overeen quam". Een wat zwak argument om een paar maanden na het moment dat voor zestien jaren het monopolie opnieuw had verleend, nota bene de langste periode die tot dusver werd toegestaan, te beweren dat hij zijn werk niet goed zou doen. Waarschijnlijk hebben we te maken met een andere familie die succesvol was om het monopolie van de Couwenbergh's te doorbreken en daartoe al haar invloed bij het college van Burgemeester en Schepenen heeft aangewend.
Vanzelfsprekend liet Cornelis het er niet bij zitten en ging in beroep bij de Raad van Brabant te 's Gravenhage. Hij verzocht dat zijn voorrecht of octrooi gehandhaafd kon blijven. Uit de vervolgprocedure blijkt dan hoe je tussen de wal en het schip kan belanden in een dergelijke rechtsgang. Het bleek namelijk dat er geen uitspraak werd gedaan over zijn recht. Nee, er werd geconstateerd dat Burgemeester en Schepenen van Breda een grove fout hadden begaan, nl. dat zij gehandeld hebben tegen de "hooge overheid" van de Staten der Vereenigde Nederlanden, aan wie het als opvolgers van de Hertogen van Brabant alleen toe kwam dergelijke voorrechten te verlenen. "De Heer en Baron van Breda competeerde niet het Regt, maar alleen hun Hoogmogenden, om te verleenen dusdanige Octrooyen". Alleen de Staten van de Vereenigde Nederlanden mochten vergunningen of octrooien voor paarden-, en beestenmarkten, kermissen, "remisien, pardonnen en abolitien verlenen."
De zaak komt in handen van een commissie die in 1712 door de Staten der Vereenigde Nederlanden wordt ingesteld. Een uitspraak is niet bekend. Duidelijk is alleen dat Cornelis Couwenbergh tussen de raderen van het staatsmechanisme is terechtgekomen.
Het bedrijf zal hierdoor zijn verlopen. Van de volgende generaties zijn geen opvolgers in het vak bekend.
Kinderen van Cornelis Couwenberg en Catharina van Rinxt zijn:
1. Kornelis, gedoopt in Breda op 27 februari 1701.
2. Johannes, gedoopt in Breda op 20 augustus 1702. Hij was koster, schoolmeester en voorzanger te Chaam 1749-1768. Hij is overleden in Chaam waar hij is begraven in de kerk op 11 maart 1786.
Hij trouwde in Delft (Gasthuiskerk) op 4 augustus 1726 met Cornelia Rotteveel, gedoopt in Delft op 14 juni 1705 en begraven in Chaam op16 juli 1782, dr. van Johannes Rotteveel en Anna van der Block.
3. Johanna, gedoopt in Breda op 23 mei 1704.
Zij trouwde in Breda op 30 november 1727 met Robertus Hamelton, geboren in 's-Hertogenbosch op 25 mei 1699, zoon van Petrus Hamelton en Adriana Tempelaers.
4. Hendrik, gedoopt in Breda op 5 juni 1705 en daar begraven op 17 augustus 1705.
5. Samuel, gedoopt in Breda op 6 augustus 1706 en daar begraven op 14 augustus 1706.
6. Hendrik, gedoopt in Breda op 25 november 1707 en daar begraven op 7 juli 1710.
7. Maria, gedoopt in Breda op 17 april 1709.
8. Samuel, gedoopt in Breda op 10 september 1710 en daar begraven op 15 september 1710.
9. Marinus, gedoopt in Breda op 2 augustus 1711 en daar begraven op 8 augustus 1711.
10. Catharina, gedoopt in Breda op 13 juli 1712 en overleden in Leiden waar zij is begraven (Vrouwekerk) omstreeks 30 januarie 1788.
Zij trouwde (ondertrouw in Leiden op 19 april) in 1743 met Johannes Weydenaar, gedoopt in Leiden, Pieterskerk, op 4 januari 1713 en overleden vóór januari 1788, zoon van Adriaan Weydenaar en Claertje van Leen en weduwnaar. van Catharina Grootrop. Hij was mr. glazenmaker.
11. Christina, gedoopt in Breda op 26 juli 1713.
Zij trouwde met Johannes Bebler.
12. Hendrina, gedoopt in Breda op 28 september 1714 en daar begraven op 29 oktober 1714.
13. Hendrik, gedoopt in Breda op 15 november 1715. Hij was notaris en schoolmeester in Den Dungen.
Hij trouwde (1) met Susanna van Bronkhorst, overleden vóór mei 1755.
Hij trouwde (2) in Schijndel, ondertrouw 30 mei 1755, met Elisabeth Zijnen, geboren in Schijndel, dochter van Nicolaas Zijnen en Mechelina Roessingh.
14. Tanneken, gedoopt in Breda op 10 januari 1717 en overleden vóór april 1758.
Zij trouwde in 1749 Leiden (ondertrouw 18 april) met Abraham Tasseron, gedoopt in Leiden op 3 september 1722 en begraven in Leiderdorp op 3 maart 1800, zoon van Isaäc Tasseron en Abigael Vermeulen. Zijn beroep was koorndrager. Abraham hertrouwde, ondertrouw Leiden 21 april 1758, met Klaartje van der Laan.
15. Anna Elisabeth, gedoopt in Breda op 25 juni 1719 en waarschijnlijk daar begraven op 16 augustus 1719.
16. Huijbert Samuel, gedoopt in Breda op 1 december 1720, zie verder generatie VI.
17. Reijnier, gedooptt in Breda op 2 oktober 1722 en overleden vóór september 1810. Hij was schoolmeester te Etten 1751-1778.
Hij trouwde in Etten op 11 april 1773 met Adriana Berk, overleden in Etten-Leur op 12 september 1810.
Generatie VI - Huijbert Samuel Kouwenberg x Johanna van de Water
Huijbert Samuel is gedoopt Breda op 1 december 1720. Hij was koster en schoolmeester te Reusel.
Hij trouwde (1) in Den Haag op 28 november 1756 met Hendrina Haak, gedoopt in Olst op 28 augustus 1718 en overleden in Reusel op 18 augustus 1760, dochter van Jan Willems Haak en Grietje Imminck.
Hij trouwde (2) in Lage Mierde op 9 juni 1761 met Johanna van de Water, gedoopt in Lage Mierde op 21 november 1734, winkelierster, dochter van Johannes van de Water en Johanna van Hoeven.
Zoon van Huijbert Samuel Kouwenberg en Hendrina Haak is:
1. Cornelis Zamuel, geboren in Reusel, gedoopt in Bladel op 25 februari 1759 en overleden in Reusel op 9 augustus 1760.
Kinderen van Huibert Samuel Kouwenberg en Johanna van de Water zijn:
2. Johannes Samuel, geboren in Reusel en gedoopt in Bladel op 7 maart 1762 en overleden in Bantam, Nederlands Indië, op 24 juli 1788.
Johannes Samuel is als militair op het VOC schip 't Loo op 10 juli 1786 uitgevaren vanuit Texel. Na zo'n 3 maanden komt het schip aan bij Kaap de Goede Hoop, waar het weer op 16 november van dat jaar vertrekt. Op 2 februari 1787 arriveert het schip in Batavia. Hier blijft Johannes 3 maanden, waarna hij wordt overgeplaatst naar Bantam. Hier is hij op 24 juli 1787 overleden, pas 26 jaar oud.
3. Abraham, geboren in Reusel en gedoopt in Bladel op 14 augustus 1763. Hij werd koster en schoolmeester in Reusel, waar hij zijn vader is opgevolgd.
4. Cornelis, geboren in Reusel en gedoopt in Bladel op 9 december 1764. Hij is overleden in Reusel op 24 april 1765.
5. Catharina Dina, geboren in Reusel en gedoopt in Bladel op 13 april 1766.
6. Samuel Huijbrecht Cornelis, geboren in Reusel en gedoopt in Bladel op 16 augustus 1767, zie verder generatie V.
7. Johanna Christina, geboren in Reusel en gedoopt in Bladel op 6 februari 1771 en overleden in Gouda op 13 oktober 1852.
Zij trouwt (1) met Johan Christiaan Schellen, overleden vóór oktober. 1800.
Zij trouwt (2) in Bladel op 26 oktober 1800 met Jan van As Verhagen, geboren in Veen op 24 november 1760 en overleden in Waalwijk op 29 augustus 1824. Hij was commis-expediteur.
Generatie V - Samuel Huijbrecht Cornelis Couwenberg x Dirkje van de Water
Samuel Huijbrecht Cornelis is geboren in Reusel en gedoopt in Bladel op 16 augustus 1767.
Hij verhuist naar Den Haag, waar hij op 5 februari 1798 een acte van indemniteit (ook wel borgbrief genoemd) uit Reusel inlevert. Hiermee stond de gemeente van vertrek borg mocht er eventueel in latere tijden een beroep op een armenkas worden gedaan.
Een paar maanden later trouwt hij in Den Haag op 13 mei 1798 met Dirkje van de Water, gedoopt in Utrecht ( Geertekerk) op 11 april 1763, dochter van Dirk van de Water en Johanna de Kieviet.
Samuel en Dirkje waren lidmaat van de Hervormde kerk. In 1799 werden zij overgeschreven naar de Hervormde gemeente in Delft. Zij zijn dus verhuisd naar Delft., samen met hun inmiddels geboren zoontje. Zij gingen daar wonen aan het Gasthuiseinde ZZ nr. 278.
Opmerkelijk is dat hun dochter Johanna in 1801 in Reusel is geboren en in Bladel gedoopt. Wellicht waren zij daar op familiebezoek?
In 1803 staat Samuel ingeschreven in het register van stemgerechtigden van de gemeente Delft.
In 1806 is er weer sprake van een verhuizing. Volgens het lidmatenregister van de Hervormde kerk in Delft gaan zij naar Delftshaven.
Maar uiteindelijk komen zij terug naar Den Haag. Samuel gaat werken bij het Ministerie van Financiën. In 1816 is hij klerk bij de Comptabiliteit van 's Lands Middelen en woont dan op Het Zieken. In 1822 is hij klerk bij het departement van Ontvangsten. Hij woont dan Brouwersgracht 222. Later zou hij promoveren tot adjunct-commies.
Op 2 maart 1827 overlijdt Dirkje van de Water. Zij had " 't water in de borst". Haar adres was Prinsegracht , wijk V nr. 26
Samuel overlijdt 3 jaar later in Den Haag, op 6 juni 1830, aan "een hevige bloedstorting". Hij woonde in wijk V, nr. 81.
Kinderen van Samuel Huijbrecht Cornelis Couwenberg en Dirkje van de Water zijn:
1. Huibert Samuel, geboren in Den Haag op 16 februari 1799, zie verder generatie IV.
2. Johanna Maria, gedoopt in Bladel op 3 mei 1801 en overleden in Den Haag op 10 november 1856.
Zij trouwde in Den Haag op 22 september 1824 met Hendrik Cato Martijn, gedoopt in Den Haag op 29 januari 1800, ambtenaar, secretaris van de raad van bestuur van het pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren, overleden in Amsterdam op 19 juni 1859, zoon van Hendrik Martijn en Hendrika Besters.
Generatie IV - Huibert Samuel Couwenberg x Alima
Huibert Samuel is geboren in Den Haag op 16 februari 1799.
Huibert Samuel werd opgeleid tot chirurgijn. Eerst ging hij een jaar in de leer in Amsterdam bij Antonie van der Hout, chrirurgijn en stadsvroedmeester. Vervolgens in Den Haag twee jaar bij Pieter de Riemer, professor in de ontleed- en verloskunde.
Na deze opleiding ging Huibert werken bij de Koninklijke Marine. Op 27 januari 1817 is hij ingescheept op Z.M. korvet "de Eendragt" als chirurgijn 2e klasse.
Met dit schip maakte hij een reis naar Nederlands Indië., waar het in 1819 onder bevel van schout bij nacht Wolterbeek werd ingezet bij de zg. "Affaire van Palembang" op Sumatra .
Hier was Sultan Mahmud Badaruddin II, vorst van Palembang, in opstand gekomen tegen het Nederlandse gezag. Een expeditieleger werd ingezet om deze opstand te onderdrukken. Via de rivier de Musi werd naar Palembang gevaren.
Op 20 oktober was Wolterbeek met zijn schepen het eiland Gombora en Peladjoe met de daar aanwezige versterkingen genaderd. Gedurende enkele dagen vonden beschietingen plaats tussen de schepen en de versterkingen die de sultan had laten aanleggen. De vloot moest voortdurend bedacht zijn op brandende houten huisjes die de sultanse troepen de rivier liet afdrijven. Deze waren royaal aanwezig, omdat veel mensen langs de rivieroevers in drijvende huizen woonden.
Als gevolg van de beschietingen vielen aan de kant van het expeditieleger 29 doden en 60 gewonden. Het aantal slachtoffers bij de tegenpartij is niet bekend, maar wordt lager geschat wegens de kwaliteit van hun stellingen en hun relatief veiliger positie. Het invallen van de natte moesson, en een groot aantal zieken op de schepen, vormden een belemmering om de expeditie te voltooien. In de rivier aangelegde paalwerken door de troepen van de sultan bleken lastig of onmogelijk te passeren zodat de schepen niet dicht bij de verdedigingswerken konden geraken. Het moerassige terrein met kreupelbos langs de oevers bleek zodanig ongeschikt voor een landing, dat Wolterbeek op 30 oktober besloot om de troepen te laten terugkeren naar Bangka en Batavia. Enkele oorlogsschepen bleven achter om de riviermonden te blokkeren. De expeditie eindigde in een nederlaag voor het Nederlands-Indisch leger .
Bron Wikipedia. Ook in de Nederlandse Staatscourant van 4 april 1820 is hiervan een verslag opgenomen, evenals in meer kranten die via Delpher zijn te vinden.
In 1820 neemt Huibert in Nederland ontslag bij de Marine en vestigt zich waarschijnlijk als chirurgijn.
In ieder geval wordt hij als "dokter in 's-Gravenhage" genoemd, wanneer hij getuige is bij de aangifte van de overleden zeeman Jan Oebles in Marken.
Na een paar jaar gaat hij opnieuw naar Oost-Indië, nu als chirurgijn bij het Oost-Indisch Leger. Hij vertrekt op 26 januari 1826 met het schip "De Zeeuw" uit Veere.
Na aankomst in Batavia wordt hij direct overgeplaatst naar Semarang, waar hij gaat werken in het militair hospitaal. Behalve in dit hospitaal ging hij ook mee met het leger naar andere garnizoensplaatsen. In 1829 wordt in de Regeringsalmanak voor Nederlands Indië vermeld dat hij in Magelang is gelegerd.
Hij krijgt een relatie met Alima. We kennen haar naam omdat zij wordt genoemd in de akte van overlijden van hun zoon Johannes Cornelis Hubertus. Naar familieherinnering was zij een chinees-maleise vrouw..
In 1832 krijgt Huibert nog een zoon, die wordt geboren in Bojonegoro. Het is niet zeker of ook hij Alima als moeder heeft.
Op 17 juli 1833 trouwt Huibert Samuel met Frederika Wilhelmina Hornoff, geboren in Pekalongan op 8 januari 1798, dochter van Christiaan Frederik Hornoff en Hendrina Christina Muijen en weduwe van Hendrik Christinus Cramer (1790-1831).
Niet lang daarna, op 17 december 1835, wordt Huibert Samuel op zijn verzoek "honorabel" ontslagen bij het Oost-Indisch leger. Een paar jaar eerder had hij de Medaille van den Oorloog op Java 1825-1830 ontvangen.
Hij richt zich nu op een nieuwe carrière. Hij heeft zijn spaargeld in een suikeronderneming gestopt. Uit een inventarisatie van Suikerondernemingen van het gouvernement in 1857 worden de erven H.S. Couwenberg genoemd als één van de eigenaren van de suikerfabriek Wonoredjo in Pasoeroean, samen met de erven J.B. van Gijen en weduwe J. de Groot.
Op maatschappelijk gebied was Huibert actief als ouderling bij de protestantse gemeente in Soerabaja (1841-1849). Zijn vrouw Frederika was een van de regentessen van het Diaconie Weeshuis.
Huibert overleed in Soerabaja op 29 november 1854,
Een paar jaar later, op 26 mei 1857, overleed in Soerabaja zijn weduwe Frederika Wilhelmina Hornoff.
Kinderen van Huibert Samuel Couwenberg en Alima zijn:
1. Johannes Cornelis Hubertus, geboren in Semarang op 20 september 1890, zie verder generatie III.
2. Christiaan Karel Johannes, geboren in Bojonegoro in 1832 en overleden in Den Haag op 13 februari 1851.
Generatie III - Johannes Cornelis Hubertus Couwenberg x Anna Victoria Guldenaar
Johannes Cornelis Hubertus is geboren in Semarang op 22 september 1830.
Als jongen ging hij voor zijn opleiding naar Nederland. Aan de Koninklijke Academie in Delft volgde hij de opleiding tot Oost-Indisch Ambtenaar.
In 1850 woont hij daar samen met zijn broer Christiaan Hubertus Johannes op het adres Oude Delft 204. Zij wonen daar op kamers bij het gezin Kroesen, een ambtenaar werkzaam bij deze academie. Na het overlijden van zijn broer is hij verhuisd. Volgens de Delftsche Studentenalmanak woonde hij de volgende jaren op de Brabantse Turfmarkt bij de familie Verdussen.
Na het overlijden van zijn vader gaat hij in 1855 terug naar Indië. In mei van dat jaar komt hij aan in Batavia en reist dan direct door naar Soerabaja.
Hij gaat aan het werk bij de overheid. In 1856 is hij opziener bij het beheer van de bossen in de residentie Probolinggo. Hij houdt daar toezicht op de houtkap.
Een paar jaar later trouwde hij, 27 jaar oud, in Banjoemas op 9 januari 1858 met Ernestina Theodora Adriana Petronella Louise Susanna van Gijen, 20 jaar oud, geboren in Soerabaja op 1 februari 1837. Zij is een dochter van Johannes Bartholomeus van Gijen en Frederike Dorothea Snel.
Zowel zijn als haar vader was suikerfabrikant. Uit een inventarisatie van Suikerondernemingen van het gouvernement in 1857 worden de erven H.S. Couwenberg genoemd als één van de eigenaren van de suikerfabriek Wonoredjo in Pasoeroean, samen met de erven J.B. van Gijen en weduwe J. de Groot.
Johannes was enig kind en zal dus het aandeel van zijn vader hebben geërfd. Ernestina was er één uit een groot gezin, maar mogelijk was zij met haar erfenis toch ook ook niet onbemiddeld.
Samen met Ernestina kreeg Johannes 7 kinderen, Een paar maanden na de geboorte van de jongste overleed zij in Soerabaja op 29 oktober 1867, slechts 30 jaar oud.
Na haar overlijden kreeg Johannes omstreeks 1869 een relatie met Anna Victoria Guldenaar, geboren in Ambal op 9 december 1849, dochter van Willem Holst Guldenaar en Johanna Elisabeth van der Zee.
Op enig moment is het aandeel in Wonoredjo verkocht. In 1860 wordt Johannes in de "Almanak en naamregister van Nederlandsch-Indie" voor het eerst vermeld als eigenaar van de suikeronderneming "Djombang" (in de afdeling Modjokerto, nabij van Soerabaja). De onderneming is 350 bouws groot, later uitgebreid tot 400 bouws. Een bouw is zo'n 7000m2, de onderneming besloeg dus meer 280 ha.
Enige tijd na het overlijden van zijn vrouw Ernestine verkoopt Johannes op 2 februari 1868 deze suikeronderneming voor ƒ99.000 aan de firma Anemaet & Co.,
Maar een aantal jaren later, op 2 februari 1876 koopt hij toch opnieuw een aandeel in dit bedrijf, dat inmiddels een waarde heeft van ƒ275.000. Hij wordt voor een derde deel eigenaar, evenals de firma E. Moormann & Co en de heer Han Ting Tjang.
Later kwam het tussen deze laatste vennoot en Johannes tot een rechtszaak. De aandeelhouders hadden afgesproken, op straffe van een boetebeding, dat niemand zijn deel mocht verkopen zonder toestemming van de anderen. Johannes had dat wel gedaan, nl op 14 maart 1896 aan de firma Moormann. Een civiele procedure volgde en op 7 november 1897 deed het Hoog-Gerechtshof van Nederlandsch Indië uitspraak. Johannes moest op basis van dat boetebeding ƒ75.000 betalen aan Han Ting Tjang. In geld van tegenwoordig al gauw ruim €1.000.000! Johannes was al in mei van dat jaar overleden. De afwikkeling zal dus wel met de erven zijn geregeld.
Naast zijn belangen in de suikeronderneming had Johannes nog een een andere functie. Hij was secretaris van de Maatschappij tot 't Nut van jet Algemeen in Soerabaja. De eerste gevonden advertentie waarin hij als secretaris wordt genoemd is uit 1879. Hij wordt ook secretaris en Thesaurier van de Nutsspaarbank in Soerabaja. Deze functie had hij tot aan zijn overlijden in 1897.
En volgens de familieherinnering had hij ook nog belangen in een zilversmederij. Daar zijn echter geen verdere gegevens over bekend.
Op maatschappelijk gebied had Johannes een functie in het bestuur van de commissie tot ondersteuning van behoeftige christenen in Soerabaja. Binnen dit bestuur was hij ook weer de thesaurier (penningmeester).
Hij is overleden in Kepandjen (Soerabaja) op 13 mei 1897 en begraven op de begraafplaats Peneleh. Zijn vrouw Anna is overleden in Toempang in 1945.
De kinderen van Johannes en Anna werden bij hun geboorte ingeschreven onder de naam Guldenaar. Een paar maanden nahun geboorte werden zij erkend door Johannes.
In 1892 is een document opgesteld waarin Anna ook al deze kinderen heeft erkend.
????????????????????????? Een familiewapen?????????????????????????
In een van de takken van de familie hangt een schilderij met een "familiewapen". Diverse mannelijke nakomelingen van Johannes hadden een zegelring met dit wapen.
Nu mag iedereen natuurlijk een familiewapen voor zichzelf laten ontwerpen. Het is echter niet de bedoeling om een wapen te voeren van een familie die niets met de eigen afstamming te maken heeft.
Want als je kijkt in het standaardwerk Planches de l'armorial général de J.B. Rietstap, 1938 zie je dat dit wapen wordt toegeschreven aan Couwenburg de (van) Blois. En ook het Centrum voor Familiegeschiedenis CBG geeft de naam Couwenberg de Blois.
Zo ziet de afbeelding eruit die ooit is geschilderd voor de familie.
Wapen uit boek Rietstap
afdeling Heraldiek van het CBG
Uit een brief van één van de kinderen van Johannes C.H. Couwenberg aan een medewerker van het CBG blijkt de volgende herinnering. Betrokkene was nog maar een klein kind toen hij van zijn vader hoorde dat zij afstamden van gevluchte hugenoten en oorspronkelijk de naam Couwenburg de Blois (Treslong) voerden.
Nu blijkt uit de eerdere generaties in deze stamreeks dat er geen enkele relatie is met deze familie uit Frankrijk. Mogelijk heeft een juwelier in Soerabaja een mooi verhaal verkocht aan Johannes C.H. Couwenberg. In de standsbewuste samenleving deed een goede naam ertoe. En wilde je die versterken, dan was een familiewapen natuurlijk erg welkom.
Ook nu nog komt het voor dat genealogische bureaus kant en klare stambomen aanbieden met zogenaamde indrukwekkende afstammingen, inclusief familiewapen. Tegen goed geld natuurlijk.
Dus jammer voor de familie, maar bovenstaand wapen behoort aan een andere, niet verwante familie. Er zal, te goeder trouw, veel geld aan een handige juwelier zijn betaald voor een mooie zegelring.
Kinderen van Johannes Hubertus Cornelis Couwenberg en Ernestina Theodora Adriana Petronella Louise Susanna van Gijen zijn:
1. Johan Frederik Huibert Samuel, geboren in Soerabaja op 16 februari 1859 en daar overleden op 4 oktober 1875.
2. Christiaan Leonard Theodoor, geboren in Soerabaja op 18 maart 1861. Hij was employe bij de suikerfabriek "Sadati" te Modjokerto (1903), tuinemployé suikerfabriek "Porrong" te Sidhoardjo (1907) Hij is overleden in Sidoardjo op 14 maart 1915.
Hij had een relatie met Arpiah.
3. Louisa Carolina, geboren in Soerabaja op 17 juli 1862 en daar overleden op 17 januari 1933.
Zij trouwde in Soerabaja op 30 oktober 1895 met Roeland Michiel Brantz, geboren in Banda Neira op 12 augustus 1869 en overleden in Malang op 2 mei 1944, zoon van Jacob Anthonij Brantz en Wilhelmina Sophia Versteegh. Roeland was fabricatieschef bij de suikerfabriek Tjoekir (1898) , fabriekschef bij de suikerfabriek Soekodhono te Modjokerto (1904), tuinemployé bij de suikerfabriek Soekodhono te Modjokerto (1907), chemiker bij de suikerfabriek Kebong Agoeng te Malang (1909) en administrateur bij de onderneming Tjandi Poero te Pasiran (1926).
4. Abraham Frederik, geboren in Soerabaja op 16 mei 1864 en daar overleden op 17 augustus 1864.
5. Henri Cato, geboren in Soerabaja op 16 mei 1864 en daar overleden op 14 juni 1864.
6. Pauline Adele, geboren in Modjokerto op 30 mei 1865 en overleden in Soest op 24 maart 1955.
Zij trouwde in Soerabaja op 21 juli 1888 met Hendrik Gijsbertus Lodewijk Klunder van Gijen, geboren in Bondowoso op 10 mei 1865 en overleden in Malang op 17 juni 1931, zoon van Hendrik Gijsbertus Klunder en Helena Nash. Hij was ijsfabrikant (1896), waterleverancier te Soerabaja (1901), importhandelaar (1913), klerk (1926) en kassier (1930) bij de gemeente Malang.
7. Willem Albert, geboren in Soerabaja op 17 mei 1867 en daar overleden op 30 januari 1868.
Kinderen van Johannes Hubertus Cornelis Couwenberg en Anna Victoria Guldenaar zijn:
1. Anna Carolina, geboren in Soerabaja op 19 oktober 1870 en daar overleden op 10 november 1870.
2. Victor Emanuel, geboren in Soerabaja op 26 januari 1874 en overleden in Malang 1 jan. 1945. Hij was employé bij de suikerfabriek Kasembon te Malang (1899), employé bij de suikerfabriek "Nangkaän" te Bondowose (1904), werkbaas bij de irrigatiewerken te Kertosono (1905), werkbaas te Kepandjen (1906), muziekonderwijzer in Paree (1907) en employé bij de onderneming "Soekokerto-Adjong" (1915).
Hij trouwde in Malang op 8 juli 1901 met Stephanie Anna Henriëtte Hoyer, geboren in Anjer (Bantam) op 28 december 1874, dochter van Hendrik Pieter Frederik Hoyer en Anna Margaretha Niepce en weduwe van Jan Willem Gotlieb Barneveld Binkhuijsen.
3. François Joseph, geboren in Soerabaja op 24 maart 1876 en overleden in Johannesburg op 7 december 1939.
Hij was aspirant controleur Binnenlands Bestuur (1904), controleur Binnenlands Bestuur Rambi Poedji, Djember (1905), controleur Binnenlands Bestuur o.a. te Sapoeran, Kedoe (1907), assistent resident (1918), resident (1928) o.a. te Tegal.
Hij trouwde in Den Haag op 18 oktober 1900 met Maria Ris, geboren in Schiedam op 21 sept. 1880 en overleden in Den Haag op 1 december 1959, dochter van Henricus Ris en Petronella Houtman.
4. Alexander, geboren in Soerabaja op 12 januari 1878 en overleden in Malang 29 april 1935.
Hij was hoofdopzichter pestbestrijding 1917-1935 en controle opzichter Dienst voor Volks Gezondheid .
Hij trouwde in Malang op 29 juli 1905 met Johanna Wilhelmina van de Putte, geboren in Soerabaja op 1 december 1886 en overleden in Den Haag op 27 december 1977, dochter van Willem van de Putte en Johanna Francina Fransz.
5. Leopold, geboren in Soerabaja op 21 november 1879 en overleden in Batavia op 7 mei 1937.
Hij was employé bij de suikerfabriek "Soemobito" te Soerabaja (1899), employé bij de Steenkolen Mij. Poeloe Laut, Borneo (1908), administrateur / beheerder bij het Gouvernements Pandhuis te Pasoeroean (vanaf 1911), administrateur laboratorium (1925), gepensioneerd administrateur 3e klasse Dienst v Volks Gezondheid (1934).
Hij trouwde in Malang op 6 maart 1907 met Johanna Cornelia Antoinette Schultz, geboren in Semarang op 13 oktober 1876 en overleden in Batavia op 12 december 1946, dochter van Donald Godert Schultz en Cornelie Charlotte de Chauvigny de Blot en gescheiden echtgenote van Willem Frederik Constant Hamming.
6. Jules, geboren in Soerabaja op 30 augustus 1881 en overleden in Den Haag op 14 juli 1962.
Hij was, boomklerk bij v.d. Linde en Teves (1899), employé Maintz & Co., Soerabaja (1907), employé Linde en Teves (1911) en koopman in rubber (1922)
Hij trouwde (1) in Soerabaja op 22 augustus 1908 met Elisabeth Susanna (Lieke) Merkelbach, geboren op 5 maart 1891, dochter van Michel Josef Merkelbach en Johanna Engelina Moermans..
Hij trouwde (2) in Semarang op 5 maart 1913 (echtscheiding ingeschreven Den Haag 14 juli 1919) met Bertha van den Borg, geboren in Amsterdam op 10 mei 1892, dochter van Jacob van den Borg en Aleida Wolff; zij hertrouwt in Amsterdam op 20 oktober 1920 (echtscheidinge ingeschreven aldaar op 5 november 1932) met Nathan Witteboon.
Hij trouwde (3) in Den Haag op 13 september 1922 met Aleida Kapper, geboren in Amsterdam op 6 december 1891 en overleden in Den Haag op 1 september 1968, dochter van Zacharias Kapper en Klaartje Frenk. Haar beroep was stenotypiste.
7. Maximiliaan, geboren in Soerabaja op 15 november 1882 en daar overleden op 1 januari 1896. Hij kwam om het leven als gevolg van een ongeluk. Hij raakte zwaar gewond bij het springen uit de tram in Soerabaja,
8. Cesar, geboren in Soerabaja op 15 mei 1884 en overleden in Laren op 18 maart 1951.
Hij was employé bij de Handelsvereniging Amsterdam te Soerabaja en chef van de Handelsvereniging "Batoe".
Hij trouwde in Probolinggo (Pasoeroean) op 17 januari 1916 met Marie Elisabeth van Ligten, geboren in Soerabaja op 9 juli 1893 en overleden in Rijswijk op 12 november 1980, dochter van Johannes Lambertus van Ligten en Maria de Vree en gescheiden echtgenote van Frederik Rudolf Karel van Wicheren.
9. Alphonse, geboren in Soerabaja op 13 november 1885 en overleden in Drachten op 7 januari 1964.
Hij was verzekeringsagent / klerk bij de Nederlandsche Handels Mij., Soerabaja (1905), employé Feichert, Soerabaja (1911), boekhouder suikerfabriek "Bodjong" (1914), boekhouder Onderneming "Wonokojo" (1914).
Hij trouwde in Bandoeng op 11 januari 1947 met Johanna Otjih Soemanta, geboren in Garoet op 18 december 1919 en overleden in Drachten op 24 oktober 1993.
10. Oscar, geboren in Soerabaja op 10 maart 1888, zie verder generatie II
11. Maurice, geboren in Soerabaja op 31 juli 1889, en overleden in Bandoeng op 16 september 1939.
Hij was employé Aspin Miller & Co, Soerabaja (1908), assuradeur (1911), procuratiehouder Enizom (1923), employé suikerfabriek "Tjomal" (1926), employé B.P. Mij (1927), boekhouder bij de firma Bennink & Co (-1939)
Hij trouwde in Soerabaja op 9 oktober 1909 met Betsij Thooft, geboren in Pagilaran op 13 augustus 1879, dochter van Frans Jacob Alexander Thooft en Sino en weduwe van Alexandere Theodore Charles Oudhoff.
12. Angeline Wilhelmine, geboren in Soerabaja op 16 april 1891 en overleden in Eindhoven op 8 maart 1970.
Zij trouwde (1) in Bangil op 14 november 1912 (echtsch. ingeschr. ald. 1934) met Abraham Victor Brouwer, geboren in Soerabaja op 17 oktober 1886, Oost-Indisch ambtenaar, overleden in Voorburg op 9 maart 1955, zoon van Christiaan Juliaan Brouwer en Charlotte Wilhelmina Burgemeestre.
Zij trouwde (2) in Malang op 22 april 1936 opnieuw met Abraham Victor Brouwer
Generatie II - Oscar Couwenberg x Caroline Eleonora Matilda Milar
Oscar Couwenberg is geboren in Soerabaja op 10 maart 1888. Hij was employé bij Geo Wehry & Co., Soerabaja (1907), employé Liebenschütz & Co, Soerabaja (1908), 3e commies hoofdbureau In - en Uitvoerrechten (1915), violist in de sociëteit van Malang (1918-, musicus (1924), commies Marine Etablissement (1930), kommies inklaring Marine Magazijnen te Soerabaja (1930), ex commies Marine Etablissement (1934), werkzaam bij de Genie (1947). Hij is overleden in den Den Haag op 19 november 1958 en daar begraven op "Oud Eik en Duinen" op 21 november 1958.
Hij trouwde (1) Tegal op 29 juni 1912 (echtscheiding uitgesproken Batavia 14 december 1917) met Caroline Eleonora Mathilda Milar, geboren in Tegal op 26 december 1896 en overleden in Den Haag op 20 december 1951, dochter van Willem Wijnand Milar en Clara Elisabeth Petronella Schlüter; zij hertrouwde in Meester Cornelis 14 november 1918 met Frederik de Meijïer en zij trouwde (3) in Karanganjar op 12 juli 1932 met Hendrik Raat.
Hij trouwde (2) in Batavia op 24 december 1921 (door echtscheiding aldaar ontbonden op 7 oktober 1931) met Emelie Lambertine Geertruida Jacoba Wagenmakers, geboren in op Bangil 6 juni 1904 en overleden in Den Haag op 14 november 1966.
Hij had na 1933 een relatie (3) met Angeliene Caroline Volkert, geboren in Soerabaja op 17 juni 1893 en overleden in Sassenheim op 7 februari 1969, dochter van Carolus Bartholomeus Ludovicus Volkert en Emelie Steenmeijer.
Eerder was zij echtgenote van Paul Maximiliaan Boogaard die in1933 was overleden.
Kinderen van Oscar Couwenberg en Caroline Eleonora Matilda Milar zijn:
1. Oscar Wynand Hubertus, geboren in Batavia op 8 december 1912, zie verder generatie I.
2. Claire Alma Emelie, geboren in Batavia op 12 juli 1914 en overleden in Den Haag op 26 juni 2010.
Zij trouwde in Bandoeng op 7 oktober 1936 met Emil Ferdinand von Hombracht, geboren in Pang Goengredjo (Malang) op 29 augustus 1908, employé Tiedeman & Van Kerchem te Soerabaja, vertegenwoordiger NV Velodrome, overleden in Den Haag op 18 december 1988, zoon van Herman Bernard von Hombracht en Georgine Louise van de Rivière.
Kinderen van Oscar Couwenberg en Emelie Lambertine Geertruida Jacoba Wagenmakers zijn:
1. Johannes Marinus, geboren in Malang op 1 juli 1924, monteur bij de Marine Luchtvaart Dienst (1947), overleden in Amstelveen op 26 april 2008.
Hij trouwde in Soerabaja op 13 februari 1947 (echtscheiding ingeschreven in Hollandia op 17 januari 1957) met Adelaide Griët, geboren in Besoeki op 17 januarie 1921 en overlijden in Den Haag op 30 december 1963.
Hij trouwde (2) in Hollandia op 12 april 1962 met Julia Theodora Trouerbach, geboren in Makassar op 6 januari 1935, dochter van Theodoor Ernst Trouerbach en Augustine Julia de Kater.
2. Viola, geboren in Malang 28 september 1926 en overleden op 7 januari 2022 in Lake Forest, CA, USA.
Zij trouwde in Bandoeng op 18 september 1947 met Richard Robin Hilliard, geboren op 7 november 1920 en overleden in Lake Forest, CA, USA op 13 april 2008.
Dochter van Oscar Couwenberg en Angeliene Caroline Volkert is
1. Lois Eunice, geboren in Malang op 19 september 1935.
Generatie I - Oscar Wynand Hubertus Couwenberg x Louise van Lingen
Oscar Wynand Hubertus (Joy) is geboren in Batavia op 8 november 1912 en overleden in Oud-Beijerland op 7 juni 1995.
Hij trouwde in Soerabaja op 1 oktober 1941 (door echtscheiding ontbonden Den Haag 28 juni 1994) met Louise van Lingen, (zie stamreeks van Lingen) geboren in Batavia op 28 januari 1917 en overleden in Rotterdam op 12 maart 1997, dochter van Junius Hermanus van Lingen en Eva in de Meij.
Joy en Wies kregen 3 kinderen, waarvan één heel jong overleden.